Deel 2: Heren van Elsloo
Oudste gegevens: In de officiële beschrijving van het wapen van Elsloo staat het volgende:
Oorsprong/verklaring :
De oudste vermelding van het huidige Elsloo is een testament uit 964, van de aartsbisschop van Keulen. Het dorp wordt dan Hengelo of Hasloa genoemd. Door de erfenis kwam het dorp aan de abdij van St. Pantaleon te Keulen. Aan het begin der 12e eeuw komt het dorp in handen van de abdij te Floreffe (Wallonie). De rechtsverhoudingen in de 12 en 13e eeuw zijn niet duidelijk. Hoewel de abdij in de13e eeuw nog rechten bezit, is er reeds sprake van de Heren van Elsloo.
Wat hier staat klinkt heel aannemelijk en waar maar toch zetten wij bij deze tekst vraagtekens. Dat van de aartsbisschop van Keulen en de abdij van St Pantaleon kan gewoon niet kloppen. Het vermelde Hasloa is namelijk niet de oude naam voor Elsloo maar voor Asselt bij Roermond. Van de aanduiding Hengelo hebben wij ook nog nooit vernomen in relatie tot Elsloo. Tot nu toe is van de heren van Elsloo of andere bezitters van voor het jaar 1108 gewoon helemaal niets bekend. Alles wat daarover gezegd of geschreven wordt, berust op aannames en veronderstellingen (wat men helaas wel vaak als zijnde waar in de diverse publicaties tegenkomt).
De eerste echte aantoonbare vermelding van een heer van Elsloo dateert uit 1108. Dan wordt Arnulfus (Arnold) heer van Elsloo in een akte genoemd als zijnde voogd van Richelle bij Luik. Daarna komen in 1202 de gebroeders Arnold en Herman van Elsloo in beeld. Zij komen dan voor als leenmannen van de graven van Loon. Het is tussen hun twee dat Elsloo en Stein verdeeld zou zijn. Maar in hoeverre dit waar is, is ook weer de vraag. Het is een aanname geheel gebaseerd op het feit dat beide de naam “van Elsloo” voerden en broers waren. Wij vinden dat allemaal een beetje kort door de bocht. Als twee broers naast elkaar een huis bewonen, ligt het weliswaar voor de hand dat dit voorkomt uit verdeeld gezamenlijk ouderlijk bezit, maar dat hoeft niet. Een van de twee kan ook met het buurmeisje zijn getrouwd !
De abdij van Floreffe
Wat wel in vermelde beschrijving van het wapen van Elsloo klopt is de invloed van de abdij van Floreffe. Dit kunnen we namelijk wel plaatsen. Deze Waalse abdij heeft inderdaad goederen en tweederde van de tienden van Elsloo in bezit gehad. Echter niet tot in de 13e eeuw maar tot in de 16e eeuw heeft zij rechten en bezittingen in Elsloo gehad.
De abdij van Floreffe is gesticht in 1121 door Sint Norbertus . Deze Norbertus was Norbert van Gennep (stichter van de Norbertijnen). Gennep ligt in Noord limburg. Norbert was eerst kannunik te Xanten. Deze abdij kreeg grote schenkingen door edelen in onze streken en in Noord Brabant. De opbrengsten waren blijkbaar genoeg om er een gigantisch klooster in de buurt van Namen van te bouwen. Deze deden ze blijkbaar liever gebruiken voor het uitbouwen van hun klooster dan voor het onderhoud van de kerk van Elsloo waarvoor de tienden eigenlijk bestemd waren.
Abdij de Floreffe (Bron: wikipedia, embedded)
Maselant , Maasland, Maasgouw.
Elsloo en Stein waren ooit beide lenen van Maselant (de Maasgouw). Dit was een oud graafschap (waarvan de grenzen nooit zijn vastgesteld) dat met Loon verbonden was (het graafschap Loon is in grove lijnen de huidige Belgische provincie Limburg). Boorsem, Kotem en de Hal aan de overzijde van de huidige Maas behoorden toen tot het grondgebied van Elsloo. Als hiertoe ook nog Stein geteld kan worden, besloeg het oudste middeleeuwse Elsloo een behoorlijk gebied met in het midden het kasteel en dorp Elsloo. Na de grote Maasverplaatsing rond 1150 raakten Boorsem en Kotem echter steeds meer van Elsloo afgezonderd en werden tenslotte in 1335 aan Rekem overgedragen.
De naam Maselant ligt ook ten grondslag aan de namen Maaslandcentrum in Elsloo en Maaslandziekenhuis in Sittard.
Elsloo lag midden in het grensgebied van diverse staten en staatjes tussen Maas en Rijn, in engere zin tussen Maas en Rur. Hier raakten elkaar de invloedsferen en grenzen van het hertogdom Brabant , het graafschap Gulik (Julich) en Luxemburg, het bisschoppelijk machtsgebied van Keulen en Luik en de rijksstad Aken. Dit bood de lokale heren kansen om bij de diverse grote heren in dienst te treden om op de sociale ladder te stijgen. Na aanvankelijk wisselend in dienst van de diverse landheren te hebben gestaan, zullen de heren van Elsloo uiteindelijk hun politieke interesses westwaarts (Leuven en later Brussel) richten om zo onderdeel te worden van de Zuid Nederlandse geschiedenis.
De heren van Elsloo.
Over de kasteelheren van Elsloo is in de geschiedschrijving van het dorp relatief weinig te vinden. Op zich niet vreemd. Voor het computertijdperk waren veel bronnen onbekend of onbereikbaar. Gebruik makend van internet waren wij verbaasd over de beschikbare en aaneensluitende informatie over de heren van Elsloo die we op dit medium aantroffen. Uit het gevondene hebben we uiteindelijk de volgende artikelen samengesteld. We pretenderen dan zeker ook niet dat de navolgende gegevens uit eigen onderzoek voortkomen (daar zouden we jaren over gedaan hebben, dus niet) . Waar mogelijk geven we ook de bronnen weer en dagen iedereen uit onze artikelen te toetsen en eventueel onze gegevens aan te vullen. Graag zelfs !
akte Arnulfus van Elsloo 1108
te vinden in het boek; "Faire justice" dans le diocèse de Liège au Moyen Âge (VIIIe-XIIe siècles".Filium lue coegerunt venire ad curiam Richele Arnulfus de Hesloes, advocatus Aquensis ęcclesię, Elbertus de Mulance, qui sub eo tenuit advocatium, Albertus
Prepositus Aquensis ecclesie et cancellarius régis, Lietbertus, qui vicedominus...