Deel 26: Terhagen.
Terhagen
Boven de Terhagerberg in het kasteelpark ligt verscholen het kleine gehucht Terhagen. De kern van dit gehucht wordt gevormd door een groepje huizen aan de bosrand. Ook de huizen die achter Terhagen langs het spoor en verspreid in het veld liggen, behoren tot dit gehucht. Letterlijk betekend Terhagen: bij de hagen (heggen). Welke heggen dit zijn geweest is ons niet bekend. We denken zelf aan een afscheiding (landweer) tussen een beperkt veld langs de Maasdalrand en de dan nog niet ontgonnen gebieden tussen Terhagen en Catsop.
Terhagen in 1950. Het gehucht ligt dan nog geheel verscholen tussen de fruitweiden.
Hoe oud Terhagen is, is aan de hand van de naam moeilijk aan te geven. Zoals met meer namen van gehuchten, is het meer de vraag hoe oud de naam is dan het gehucht zelf. Het is namelijk heel goed mogelijk dat er eerst een ontginning is geweest die Terhagen werd genoemd waar later bewoning kwam, die de naam overnam. De achtergronden van Terhagen passen in een groter verband dan de omvang van het huidige gehucht. Hier zullen we nader op ingaan.
Oude wegen
Om de achtergronden van Terhagen te beschrijven moeten we naar de wegen in dit gebied kijken. Langs en door Terhagen lopen namelijk bospaden en wegen waarin de oudste verbindingswegen in ons gebied schuilen. Wegen die aansloten op de eerder beschreven Jodenstraat en waarlangs de oudste bewoning, inclusief Terhagen, is ontstaan. Ook zagen we bij de behandeling van “de Baendj ” dat de wegen vanaf het huidig kasteel niet door het Maasdal konden. Om dit natuurlijk obstakel te omzeilen begon onder aan de Maasberg, de onder Kasteelpark beschreven, weg naar Terhagen. Deze volgde vanaf het Terhagerpötje het nog bestaande voetpad naar Terhagen en liep (via het eveneens nog steeds bestaande voetpad) langs Terhagen geleidelijk langs de hellingen omhoog.
Als men nu dit laatste voetpad langs de steile Maasdalrand volgt komt men aan trappen die een kleine helling afdalen. Tot dit punt is dit een overblijfsel van de oude weg. Door de spooraanleg en het later opschuiven van de spoorlijn zijn de hellingen tussen de spoordijk en de Maasdalrand geheel vergraven. Voorlopig zullen we met de beschrijving van deze weg bij dit punt stoppen om met Terhagen zelf verder te gaan.
Terhagen in 1847 voor de spooraanleg. Men ziet o.a. verdwenen bebouwing onder de “e” van Terhaegen. Ook is duidelijk het restant van de oude weg langs het Maasdal te zien (nu een bospad) met daaraan een eenzaam gelegen huis. Ook is er een duidelijke verbinding met de beemden en de beek die onder Terhagen ontspringt, mogelijk een drenkplaats voor het vee.
Terhagen in 1895. T.o.v. de kaart uit 1847 valt het op dat de bebouwing in het bos en onder de “e” verdwenen is. Wel ziet men een ander huis in het bos vlakbij Terhagen. De spoorwachterswoning op de hoogte achter Terhagen en aan de overzijde van het spoor zijn inmiddels gebouwd. Verder is opvallend de aparte toegang tot de huizen aan de bosrand in de kern van Terhagen en de landbouwpercelen (weiden en hakhout) in het huidige bos.
Terhagen in 1910. Wederom zijn enkele huizen verdwenen maar ook nabij de spoorbrug bijgekomen. We moeten er wel op attenderen dat het ontbreken van een huis op een kaart niet altijd betekend dat dit dan niet meer bestaat. De kaarten zijn niet altijd volledig.
Oudste bebouwing van Terhagen
Het gehucht zelf was in vroeger eeuwen omvangrijker dan men nu zou denken. We beschikken over aanwijzigingen dat in de weide tussen het Terhagerpötje en de kern van het gehucht bebouwing is geweest, langs het voetpad welk langs Terhagen de Maasdalrand volgt, in de weilanden nabij de spoorbrug en er heeft een huis gelegen aan het voetpad vanaf de weg langs het spoor naar het Terhagenpötje. Wanneer en hoe de beschreven bebouwing is verdwenen weten we (nog) niet. Dit is overigens niet in een keer gebeurd.
Bekijkt men nu de afstand tussen het Terhagenpötje en de bebouwing die er was voordat het kasteel gebouwd werd, dan ziet men dat Terhagen in de middeleeuwen een voorzetting was van de huizen aan de wegen langs de Maasdalrand waaruit Elsloo zelf bestond. Ook het verdwenen Terhagen past in de eerdere opmerking over de verdwenen gehuchten en buurten van Elsloo. We gaan er van uit dat de hoofdas van de bebouwing van Terhagen in de middeleeuwen lag tussen het Terhagenpötje en verder langs de beschreven weg, die langs de hellingen omhoog liep.
In de 17e eeuw lagen in dit weiland huizen, tot aan het Terhagenpötje. (Foto Guus Peters)
Deel 27 Rondom Terhagen I
Het Hertogrijk
In de archieven wordt in de 16e eeuw melding gemaakt van een veld in Terhagen dat het Hertogrijk wordt genoemd (een weyde in dat Hertogrijck”) . Dit hebben we echter nog niet kunnen plaatsen. N.a.v. van deze adellijke naam willen we deze wel gebruiken om nog even in te gaan op een overlevering die verteld dat Terhagen ooit een zelfstandig Graafschap of i.d. is geweest en een eigen kasteel heeft gehad. Mogelijk dat deze overlevering terug te voeren is op de naam “Hertogrijk”.
Hoewel deze overlevering ongeloofwaardig klinkt, is het van de andere kant ook weer niet uit te sluiten dat hier waarheid in schuilt. Een Heerlijkheid, als Elsloo, kende vaak aparte deelgebieden die een zelfstandige administratie voerden maar wel leenplichtig (ondergeschikt) aan een hogere Heer waren. Een voorbeeld hierin is de, later te behandelen, hof van Catsop. (We zullen bij de behandeling van de bossen nog een verrassend gegeven op het gebied van bewoning tegenkomen.) De bezitter van een dergelijk leen was leenplichtig (ondergeschikt) aan de kasteelheren van Elsloo. Een dergelijke zelfstandige deelgebied kon ook over een (klein) verdedigbaar gebouw beschikken. Gezien de eerder beschreven mogelijke functie van de heuvel voor Terhagen in het kasteelpark, een kasteelberg, de grotere omvang in vroegere tijden van het gehucht, en de afwijkende perceelsindeling (waarover later meer) rond Terhagen, sluiten wij hier niets uit.
Aan “ut Knaupes”. (Foto Guus Peters)
Aan “t Knaupes”
Dit is de naam van het punt bij de spoorbrug daar waar de wegen splitsen. Hier in de buurt moet een knopenfabriekje hebben gestaan. Uit beenderen van dieren werden hier knopen vervaardigd. Het dialect woord voor knoop is “knaup” vandaar ook “knaupes”. Het is ons niet bekend waar dit fabriekje gestaan heeft. De overlevering verteld van bebouwing in de weilanden zowel links als rechts op de hoek van de weg die naar de kern aan de bosrand voert. Dit was, volgens de overlevering, niet het enige knopenfabriekje in Terhagen. We gaven al eerder aan dat er langs het voetpad dat langs de kern van Terhagen het bos invoert. Nabij de trappen in dit voetpad ook een huis heeft gelegen. Ook dit zou een “knaupes” zijn geweest.
De Kniensheuvel
De Kniensheuvel (knien is dialect voor konijn) is geen historische naam. Deze naam is later gegeven aan het hoger gelegen bosgebied langs het spoor ten zuiden van Terhagen. De “Kniensheuvel” is eigenlijk een restant van het grotere Boursveld. Dit veld zullen we later nog behandelen. Het Boursveld verdween grotendeels door de spooraanleg en aan de westkant van het spoor boven de steile Maasdaloever, bleef een restant over. Dit restant raakte deels bebost en bestaat voor een ander deel uit weilanden. Afgescheiden van het overig deel van het veld kreeg dit de naam “Kniensheuvel”. Ongetwijfeld zo genoemd naar het veelvuldig voorkomen van konijnen in het bos en rond het spoor. In de laatste wereldoorlog stortte er een Duits vliegtuig neer op de “Kniensheuvel”. Dit is in 2005 opgegraven.
1935. De ingegraven spoorlijn te Terhagen.
In het midden zijn goed de vergravingen als gevolg van de opschuiving van het spoor te herkennen.
Bie de Plobas
Ook ligt er op de Kniensheuvel een eenzaam huis. Dit is een spoorwachterwoning. In de 19e eeuw is nabij Geulle het spoor door drijfzand afgeschoven. Drijfzandbanken komen in dit gebied veelvuldig in de ondergrond voor en hebben meermaals het spoor bedreigd. Men heeft hier zelfs het spoor opnieuw gelegd door het meer in de helling te leggen. De vergravingen hierdoor zijn op de “Kniensheuvel” langs het spoor nog goed te herkennen aan de grondophopingen. De spoorlijn bij Terhagen was een moeilijk traject. Hier moet de spoorlijn komende van Maastricht de hoge Maasdaloever beklimmen om vanaf Elsloo verder over het vlakke Graetheideplateau naar Sittard te gaan.Op de spoorbrug van Terhagen kan men goed zien hoe diep de spoorlijn in het terrein is ingegraven. Om dit gevaarlijke tracé tussen Geulle en Elsloo te bewaken bouwde men een woning op de “Kniensheuvel”voor een spoorwachter die het tracé diende te controleren. In de 20e eeuw woonde hier een ploegbaas van de spoorarbeiders. Dit verbasterde via het dialect (ploeg is ploog) van ploogbaas naar plobas. Hiernaar werd en wordt de omgeving van het huis nog genoemd.
Het huis van de “Ploegbaas” op de “Kniensheuvel.” (Foto Guus Peters)
De Terhagerdorpstraat
Veel straten kent Terhagen niet. Toch had het een hoofdweg en dat was de weg vanaf de spoorbrug naar de kern aan de bosrand. Althans zo werd de weg in 19e eeuw genoemd. In de vroegere archieven komen we de Terhaegerweg tegen die vanaf de Lindebergstraat naar de kern van Terhagen voerde.
Afbeelding: Kaart uit de tijd van de aanleg van het spoor ca. 1865.
Hier ziet men goed de wegen die tengevolge van de spooraanleg zijn omgelegd en verdwenen. Nu ligt de brug in het verlengde van de Terhager Dorpstraat. Links en rechts van het spoor (in de grijze stroken) kwamen parallelwegen die de verbroken wegen met de spoorbrug moesten verbinden. Vanaf de nog bestaande boerderij aan de voet van de “Kniensheuvel” boog de weg af door het spoortracé naar het “Armsterveld”.
De Stegelkensberg
Voor de aanleg van de spoorlijn bestond er iets ten noorden van de huidige spoorbrug een merkwaardige wegensituatie. Vanuit de Lindebergstraat vertrokken twee wegen vanuit een punt naar Terhagen. Dit punt is overigens nog steeds als een kleine driehoek aan de Lindebergstraat te herkennen. De weg die nu nog naar de spoorbrug voert is de het restant van de Terhagerstraet, later wordt deze de Stegelkensberg genoemd.
Een stegel is een draaihek waar een voetpad door een heg gaat. Halverwege deze weg vertrok vroeger een voetpad over (het nog te behandelen) Veldje.Deze weg ging rechtstreeks naar de kern van Terhagen. De andere weg boog naar links en sloot aan op de nog bestaande weg langs de Medammerweide naar het Terhagerpötje. Dit is de Slinksgats (waarvoor we overigens geen naamsverklaring hebben). Men kan zich afvragen waarom op zo’n klein gebied twee wegen naast elkaar lagen. We denken de verklaring hiervoor te moeten zoeken in oude verbindingen van Catsop (en verder) over het Lindeberg met Terhagen, Elsloo en de Maas. Door deze weg kon men via de Slakberg Elsloo of langs het Terhagenpötje de Maas bereiken. Ook was het via Terhagen de kortste weg voor de Catsopenaren naar de beemden, dus de hooilanden.
Tenslotte was dit de weg naar het Terhagerpötje dat zelfs water leverde in zeer droge tijden, waarin mogelijk de watervoorziening (putten) in Catsop problemen opleverde.
De Stegelkensberg en Kalderberg in 1847
De Kalderberg
Loopt men vanaf de Kaakstraat langs het spoor naar de spoorbrug van Terhagen, dan ziet men dat deze brug eigenlijk op de top van een kleine heuvel ligt, die wordt doorsneden door de spoorlijn. De heuvel ligt ongeveer tussen de Lindebergstraat en de Terhagergats in. Deze heuvel als geheel was de Kaldenberg. Een naam die we ook als Cauwenberg of Kauwberg tegenkomen. Beide namen drukken hetzelfde uit namelijk: kalveren of in het dialect “cauver”.
De naam duidt ook hier op het gebruik van het gebied in de tijd dat de veeteelt overheerste namelijk als kalverweide. Een dergelijke weide werd extra bemest en was bestemd voor de kalveren en melkvee. Omdat de hele berg zo heet denken we dat deze als zodanig al in gebruik was voordat het gebied verkaveld werd, dus globaal voor het jaar 1000. De begrenzing van de kalverweide is moeilijk aan te geven, mogelijk behoorde ook delen van de latere Medammerweide hiertoe.
Een goed punt om de heuvel te herkennen is als men vanaf het theehuisje in het kasteelpark in de richting van de spoorbrug kijkt.
Deel 28 Rondom Terhagen II
De Terhagergats
De Terhagergats is de weg welke vanaf “t Knaupes” naar de woning op de “Kniensheuvel” (de Plobas) loopt. Vóór de aanleg van de spoorlijn boog deze weg bij de boerderij aan de voet van de helling naar links. De weg liepe vanaf dit punt door het spoortracé omhoog naar het plateau aan de overzijde van het spoor. Hier sloot de weg bij het huis . Aan de overzijde van het spoor aan op het nog bestaande wegennet door het Armsterveld. De doorgaande functie van de Terhagergats werd vervangen door de weg via de brug en verder langs het spoor naar het Armsterveld.
Het verloop van de Terhagergats voor de aanleg van het spoor met ingetekend het spoortracé.
Route naar Hussenberg
De beschreven Terhagergats was een onderdeel van de route naar Hussenberg (en verder). Deze route liep via de eerder beschreven weg “door de Slacken” naar Terhagen”, het voetpad achter de huizen langs het spoor bij de brug (over de Kalderberg), de beschreven Terhagergats en verder door het, nog te behandelen, Armsterveld en verder langs het Hoge Bos.
Route naar Hussenberg (Foto Guus Peters)
De ljégge Bosch
De “ljégge bosch”is dialect voor het Lage Bos. Dit is de aanduiding voor het bosgedeelte ten westen van de spoorlijn (behalve het kasteelpark). De naam Lage Bos is afkomstig van de ligging t.o.v het hoger gelegen Hoge Bos aan de oostzijde van de spoorlijn. De officiële naam voor beide bosgebieden is “Elserbos” en niet het op de bij de ingangen aangegeven “Bunderbos” (een doorn in het oog van menige Aelsenair). Van het lage bos is weinig oorspronkelijk. Grote veranderingen hebben plaatsgehad als gevolg van de aanleg en latere veranderingen van de spoorlijn. Alleen het gedeelte in en onder de hellingen tussen het Kasteelpark en de trappen bij de Kromme dijk is oorspronkelijk. Tot in de jaren 60 hebben er in het Lage bos particuliere percelen bestaan die ofwel hakhout of weiland waren.
De Ljégge Bosch in 1950. Men kan hier goed zien dat grote delen langs het spoor en bij de duiker onder het spoor niet of met jonge aanwas is beplant. Deze gebieden zijn gelijk met de aanleg van het Julianakanaal onder de schop geweest. Hierover later meer. (Uit collectie Streekmuseum Elsloo)
Het Broeck
Rond 1700 was het huidige Lage Bos kleiner dan nu. De bebossing beperkte zich tot de zeer steile hellingen en de drassige gebieden aan de voet van de hellingen. De hellingen waren wel langer tot aan de rand van het plateau aan de overzijde van het spoor. De spoorlijn is in deze hellingen ingegraven. De hellingen werden samen de “Broeckerbergh” genoemd. De drassige gronden aan de voet van de hellingen vormden “het Broock of Ruyschertbroeck”. Broeck of Broock betekend moeras. Een bijzonderheid van het Broeck is dat het een duizenden jaren oud Maasterras is. Het was dus ooit de bedding van de Maas, die zich later op een lager niveau verder heeft ingegraven. De bodem is nauwelijks bedekt met een deklaag. Hij bestaat uit kiezels en groenzanden. Groenzanden zijn overigens zanden die op diverse plaatsen in de bossen van Elsloo voorkomen. Zij zijn hier echter niet door de Maas neergelegd maar gevormd in een oerzee.
“Het Broeck”. Nu een vermaard natuurgebied waar de Daslook welig tiert. Ga er vooral eens kijken (en ruiken!) in het voorjaar. (Foto Guus Peters)
Het ontbreken van een deklaag betekend ook dat de hier achterliggende hellingen altijd begroeit moeten zijn geweest. Was dit namelijk niet het geval geweest, dan waren de hellingen afgespoeld en hadden de kiezels en zanden met grond. De ontelbare kalkrijke bronnen voeden het moeras, waardoor weer zeldzame en waterminnende vegetatie is ontstaan. Dit alles maakt het gebied tot een voor Nederland uniek natuurgebied. Dat is ook de reden dat alle paadjes die hier vroeger liepen, nu afgesloten zijn. Tegenwoordig sluiten de voormalige beemden, waardoor de Hemelbeek is geleid, op het oorspronkelijke "Broeck" aan en vormen zo samen een gebied waar de natuur de vrije hand heeft.