Skip to main content

AELSE ALAAF !

Het failliet van het dorpscarnaval?

  • Afbeeldingen | Bron: facebook Sajelaire ©

De schmink is afgewassen en het kostuum weer opgeborgen; tijd om terug te kijken.
Net zoals veel sport- en muziekverenigingen staat ook het dorpscarnaval of in goed Limburgs "vastelaovend" op een keerpunt. En dat heeft niks met Corona of inflatie te maken; dat is een trend die al enkele jaren aan de gang is.

Vooropgesteld: hoop van ganser harte dat ik ongelijk heb. Zelf een verwoed carnavalsvierder in ruste, want de jaren gaan tellen. Alleen de optocht loop ik nog mee. Al wordt dat "heilige optochtvuur" ook met het jaar minder en steeds vaker gestuurd door de weersverwachting vooraf.

Maar voor de jeugd en andere actieve vierders hoop ik dat vastelaovend in het dorp blijft bestaan. Zodat ze niet persé naar Maastricht, Sittard of Roermond moeten reizen om een feestje te vieren.
Beek meent ook aan die hype te moeten meedoen: pleinfeesten met Limburgse artiesten, live orkesten, dure drank en plassen met een polsbandje. En in het geval van Beek een entreekaartje van maar liefst 19 euro! Want anders is het niet meer te betalen, zal de organisatie zeggen. Organiseer het dan niet, zou ik op mijn beurt zeggen.

Voordat je het weet kunnen we in de toekomst alleen nog maar vastelaovend vieren na het kopen van een entreekaartje. Stijgende consumptieprijzen en te betalen entreeprijzen maken dat het feest gewoon niet meer voor iedereen is weggelegd.

Carnavalsverenigingen zijn geboren vanuit de gedachte dat je het feest niet zomaar aan de meute over kunt laten maar dat het gevierd moet worden volgens de notulen van de laatste vergadering. Gekte en wanorde zijn pas geslaagd met goed toezicht van de mutsen-met-veren. De regelneven schminken zich dan ook niet. Iedereen moet goed kunnen zien wie ze zijn. (Gerard Kessels onlangs in De Limburger)

Het wordt hoog tijd dat de regelneven van BCL (Bond van Carnavalsverenigingen in Limburg, vooral uit de dorpen) en de SLV (Samewirkende Limburgse Vastelaovesvereniginge, verenigingen uit de grotere plaatsen) de handen ineen slaan en afspraken gaan maken. Laat de grote pleinfeesten, lichtstoeten of welke varianten dan ook vooral blijven. Maar dan alleen op vrijdag, zaterdag en dinsdag. Laat de zondag en maandag aan stad en dorp om een eigen traditioneel vastelaovend te vieren. Optocht en daarna met familie, de zaate hermenie, de carnavalsgroep of vrienden in eigen dorp vieren. Want dat is de kern van vastelaovend.

Maar dan moeten de plaatselijke mutsen-met-veren en de kasteleins ook zorgen dat de voedingsbodem voor het dorpscarnaval in optimale conditie is. Laat niets aan het toeval over, steek er energie in en maak er een spetterend festijn van. Want carnaval is niet alleen geslaagd als de mutsen-met-veren op de bühne hebben gesjoenkeld en de kas weer is aangevuld met entree-, consumptie-, sponsor-, advertentie-, loten- en plas-euro's.

Waardeer deelnemers aan de optocht, zaate hermeniekes (al is dat in Elsloo al te laat...) auwt wiever- en andere -ballen, revue's, carnavalsgroepen van buurten en families, artiesten en elke individuele vastelaovesgek... dan kan het misschien nog goed komen. Want zonder vastelaovend legt de dorpsgeest het loodje. 

Alaaf!
Wim Hanssen

Jan Meijers
És Sajelaire geboare.
Ut weurt noe waal hjél spannend.
Volges mig bliet niks wie ut waor en weurt ALLES altiet angers.

Festivalisering van de vasteloavend haet alles te make mit ontkirkelukking.
Vasten Aovond viere kén ste aug allein mér és ste wéts wat Vaste is.

Dat is aug ontstange geweun in de café; de café dae der neet méh is.
Nao de Més noa Jollie of den Eus of effe noa Mai van de Keigel ( Jentrien)
Bie Willemke of op de mert bie Frits Lemmens.
Nog effe gauw veur tot ste niks méh maogdes tot Esgoonsdig dig eine pitsche. Op nao de Paosche.

Dat is aug ooit begonne zonger de Sajelaire.
Dat zal aug waal weer eindige zonger de Sajelaire.
Mit ein grwát verschil.
Destiets woar der méh samenhang in de maatschappie. Veer gaan ut same viere
In ein maatschappie wo ederein veur zig zelf laef is geine samenhang méh. Los zend.
Doa mos ste dig és individu zelf diene eige waeg zeuke.
Dat maak aug dat de jeug allemaol “ los” steit te danse en te springe.
De polonaise geit veurbie zonger tot ze ut gezeen hubbe.
Veur eine wals mos ste mit twjé zeen.
Méh dan veule ze zig al gauw op de tjénne getrapt.

Toch wil ig doa gein meining euver hubbe want in èdere tiet verandert gét.
Ozze tiet is wiet veurbie en dat is mischien mér goot anges haw ig nog eine poszegel en ein envelop motte zeuke om ug dit te kénne schrieve.
Ig haop waal tot de jongere van noe aug nog af en toe ins naeve zig kieke of ter soms nemes in de göt lik mit de houve slieterie en dae dan waal helpe mit opstaon.

Al-aaf.

5
Laat reactieformulier zien