Skip to main content

HISTORIE

Kirmis in Kaotem # door Guus Peters

  • Afbeeldingen | Bronnen ©: Guus Peters, Jean-Pierre Conaert

Het veer tussen Elsloo en Kotem is al lang weg en de bindingen met Kotem (die heel sterk waren) zijn verwaterd. Ook de sfeer bij de Maas is weg. Het veer, de vissers, belangstellenden, het bruggetje over de Molenbeek. Toch is dat ook een stuk geschiedenis voor degenen die nu 40-55 jaar oud zijn. Toen het veer er nog was kwamen de jongens uit Kotem en Boorsem naar het wijd en zijn bekende jongerencentrum Utopia in Elsloo. Sommigen kregen ook verkering met meisjes uit Elsloo. Anderzijds met kermissen etc. trokken velen van Elsloo naar Kotem waar men dan niet alleen bekenden uit Kotem maar ook Aelsenaeren trof die in Kotem waren gaan wonen. Men was er zeker niet vreemd. 

Het naar Belgie gaan noemde men overigens “de paöl (grenspalen) euver gaon”. Bij het veer was het een populaire stek voor vissers. Hier kwam het riool in de Maas uit met………voer voor de vissen. Nu het rioolwater eerst via de waterzuivering gaat zit hier niet meer zoveel (lekkere !!!) vis.
Toen ik een jaar of 15 (1974) was gingen we met een groepje jongens en meisjes uit Elsloo op een zondagmiddag stiekem naar de zomerkermis in Kotem (een paar meisjes hadden een afspraak met een Belgisch vriendje). Het was de tijd van strakke spijkerkleding en lange haren.

We fietsten vanaf de Dikke Stein over de kanaalbrug naar de Maas. De jongens fietsen om het hardst om bij de bel te komen. De eerste slaat met de ijzeren hamer aan een ketting op de bel, eigenlijk een ijzeren ring de echte bel is al lang geleden gestolen. Het geluid van de ring galmt metaalachtig over het water, de deur van het veerhuis gaat open, Ernest Penders komt naar buiten. We lopen met de fiets over het bruggetje, rechts zitten vissers uit Elsloo, die roepen “woo gaot geer haer ? “ “ Nao de kirmis in Kaotem zeker ?” “ Waet de mam dat ? “ Maedjes kiek maer good oet dat neems uch get deit” “Drenk maer neet te väöl Belsj beer “.

Foto: De Maas bij Elsloo ooit een druk vertrek-punt voor uitstapjes naar Kotem. Links de restanten van het belhuisje, eigenlijk een klein monument dat gerestaureerd moet worden als herinnering aan het veer.

Ondertussen glijd het veer aan de strakke kabel over de Maas richting Elsloo.
Een eeuwenoud ritueel, maar dat beseft niemand. Ook staat niemand er bij stil dat het snel zal weggaan. In de verte razen al sinds 1973 de auto’s over de Europabrug. Ze staan aan de wankele steiger die met de hoogte van het water meegaat. Ernest hangt het veer met een ketting vast en trekt het bij.
Dan mogen ze het veer op. Het veer pakt de stroom en gaat vanzelf vooruit.
Ondertussen betalen we het veergeld (ik geloof een kwartje). Aan de andere kant aangekomen is de aanlegsteiger van beton en een loodrecht betonnen voetpad moet genomen worden. Dat is duwen!

Bovenaan gekomen zitten ook Aelsenaere, niet te vissen maar binnen in het cafe van het veerhuis.
We fietsen richting Kotem gaan door een dalletje en passeren een oude bunker. Dan zien ze voor zich de attracties van de kermis.



Aan ‘t vaer.
Hier stappen we af en zetten de fietsen bij elkaar tegen een muur. We lopen over de kermis. Niet lang want daar zijn we al te groot voor. Mijn broer Theo en ik moeten wegduiken, want tot onze schrik komen mijn moeder samen met onze buurvrouw tante Wies langs gefietst die gingen op bezoek bij kennissen in Boorsem. De anderen zeggen mooi daag tegen mijn moeder en lachen zich een deuk.
We gaan naar café de Ponderosa, leggen geld bij elkaar en staan in een groepje de zaak te bekijken. Het cafe is druk vol met vrolijk pratende mensen, ook veel bekenden uit Aelse, er klinkt vrolijke Belgische kermismuziek. We drinken trots grote Belgisch potten bier. De meisjes hebben al of niet hun vriendje gevonden en die er geen heeft houden zich wijselijk bij de jongens.

Grote hilariteit is de bespreking van de inrichting van de WC’s. Een open dakgoot buiten. Het wordt langzaam donker en de sfeer is apart vrolijk. Het is zo dichtbij Elsloo maar toch ook weer zo anders. De groep verzameld zich en verlaat de Ponderosa pas als iedereen er is. Op de kermis branden al lichten en het is druk met harde muziek. Er wordt links en rechts nog wat gekeken en we pakken de fietsen. We fietsen terug naar het veer, we hebben geluk het veer ligt aan de Belgische kant. Even wachten tot de mensen die van het veer komen de helling op zijn en dan snel de helling af. Onderaan bij het veer lopen we tegen elkaar aan en liggen bijna in het water. Ernest staat op het veer en maant tot kalmte.

Hij zet ons over, betalen hoeven we niet want de prijs is een retourtje. De Maas is donker en spookachtig. Heel anders als bij licht. De vissers zijn al weg. Hier ga je niet graag alleen. Boven ons staat de kerktoren met zijn verlichtte platen die zes uur aangeven. Mooi op tijd thuis. De jongens zetten de sprint aan, maar nu bergop. De meisjes manen hun bij hun te blijven. Een paar blijven bij hun. Boven de helling bij de Dikke Stein staan de racers te wachten. Er wordt nog even bevestigd dat het een leuke middag was en men neemt afscheid van elkaar.

Kotem 1966

Laat reactieformulier zien