Deel 23: Peerlinkensträötje en Slakberg.
De Heirstraat
De Heirstraat loopt vanaf het “Heilig Hart” tot aan de spoorlijn bij de Kaakstraat. Hier lag tot de bouw van de spoorbrug op het Mergelakker een spoorwegovergang naar Catsop. De naam Heirstraat wordt vaker in verband gebracht met heir of heer in de betekenis van leger. Van daaruit bouwt men dan een theorie op die terug gaat op de Romeinse legers die over deze wegen gemarcheerd zouden hebben om daarmee tevens de ouderdom van de weg aan te geven. Voeg hier nog wat losse Romeinse vondsten in de buurt van deze wegen aan toe en het staat vast dat dit een Romeinse weg is geweest. Maar zo eenvoudig is dat niet.
De Gemeyn Heerstraat
Volgens ons is de Heirstraat in Elsloo in ieder geval geen Romeinse weg. Zou dit het geval zijn geweest, dan zou Elsloo in de Romeinse tijd een groot dorp zijn geweest want het kende meerdere Heerstraten. Een heerstraat was wat wij nu een openbare weg zouden noemen. Een weg die een vastgestelde breedte diende te hebben en waar heerdiensten op lagen. Dat wil zeggen het dorp was verplicht deze wegen te onderhouden. Meestal betrof het een doorgaande weg of een verbindingsweg hiermee. De naam Heirstraat is in de vorige eeuw aan de straat gegeven op basis van de vermelding in de archieven van de naam Heerstraat voor deze straat. Deze naam betrof echter niet alleen de huidige Heirstraat. Dit was een onderdeel van de “Gemeyn Heerstraat gaende van Borne nae Tricht “. Dit was de weg van Roermond naar Maastricht aan deze zijde van de Maas. Het belang van deze weg en andere wegen in een groter verband zullen nog apart worden beschreven.
“Ut Peerlinkensträötje” in 1925. Percelen zijn aan een kant niet geheel ingetekend (einde kaart) Wel is de oudste bebouwing langs deze weg en bij het kruispunt te herkennen.
Ut Peerlinkensträötje
Als kinderen werd ons steeds verteld dat de Heirstraat door de Aelsenaeren “ut Peerlinkenstäötje” werd genoemd. Dit vonden we zeer komisch. Aangezien een Peerlink een regenworm is, zagen we de naam afkomstig van een straat die een grote modderpoel was vol met peerlinken. Het verhaal is echter niet helemaal uit de lucht gegrepen. De historische naam is inderdaad Peringhe- of Pierincxstraat en de naamsherkomst is inderdaad te herleiden naar de regenworm, maar indirect. De naam van de straat is afkomstig van het Pierincxveld waarlangs deze liep, en ook de naam aan te danken heeft.
1950
Het beschreven gebied is bijna geheel met fruitbomen beplant. Op de foto kan men ook de nu afgesloten spoorwegovergang naar Catsop zien. Bij deze overgang stond een seinwachterhuisje, dit was het “Belhuuske” waar de omgeving van de overgang naar “Aan ut Belhuuske” werd vernoemd. Vanuit dit “huuske” werden zowel de spoorbomen (breren) van de overweg aan de Heirstraat als die in de Spoorstraat bediend. Bij het dichtdraaien klonk een belsignaal vandaar “Belhuuske”.
Pierincxveld
In de archieven wordt dit veld vaak genoemd. Wat men hiermee bedoeld is het gebied wat omsloten wordt door de Raadhuisstraat, de Heirstraat (Pierincxstraat) en de Kaakstraat. Het veld werd ook “Op den Pierink” genoemd. Ook bestond er een “kleine Pierink” dit is het kleine veld dat lag tussen de “klein Sträötje”, “de Korte Lindebergstraat” en het Lindeberg zelf. Ter verduidelijking: het “klein Sträötje” (dubbel verkleinwoord) was de naam van het stukje Kaakstraat vanaf de splitsing naar Terhagen en de voormalige spoorwegovergang. De “” korte Lindebergstraat” is de oude naam van het eerste stuk van de weg naar Terhagen vanuit de Kaakstraat. “Korte” vanwege de doorsnijding door de spoorweg. Het Lindeberg zelf is het hoger gelegen terrein aan de andere kant van het spoor. (Deze namen zullen later bij de behandeling van deze wegen en gebieden nog verduidelijkt worden). Door de aanleg van de spoorweg is van de “Kleine Pierink” niet veel overgebleven.
1910. De Pierink, de Kleine Pierink, het Klein Straatje, de Korte Lindebergstraat en de Peringhestraat zijn duidelijk te herkennen
Ook heeft er een “Pierincxhof” bestaan. Hoewel we hier nog niet helemaal uit zijn, lijkt het erop dat het huidige restaurant “De Conincx” ooit een onderdeel is geweest van een veel groter complex, welk “de Pierincxhof” vormde. De pierink waar het veld en de hof naar vernoemd werden, menen wij ook gevonden te hebben. Vermeldingen van bij en aan de Pierink doen vermoeden dat pierink (peerlink) een soort bijnaam is geweest is voor de kaak zelf. Dit naar aanleiding van de vorm. De Kaak was namelijk, zoals eerder beschreven, geen schandblok maar een paal waaraan men als straf werd vastgebonden. We sluiten niet uit dat de namen van de tegenoverliggende hoeve en het erachter liggende veld van deze bijnaam afkomstig zijn.
De Conincx (Foto conincx.nl /Margareth van der Voorden/Fons Verhoeve)
De Slakberg
De Slakberg is de helling waarin betonnen trappen liggen die de toegang vormt vanaf de Kaakstraat naar het kasteelpark. Vroeger was dit voetpad veel breder en leidde naar een van de belangrijkste waterplaatsen van het oude Elsloo, de Slakbeek en de bronnen aan de voet van de helling. Hier kon men het vee drenken, water halen en de was doen. Heel gezellig op een warme zomeravond, minder bij regen of vorst! De voortzetting van de weg over de Slakbeek, was de weg naar Terhagen. Tevens was de Slakberg een geweldige helling om te sleeën……tot de gemeente Elsloo de betonnen trappen deed aanleggen.
1895. De Slakberg. Duidelijk is te zien dat de toegang tot de beek vrij breed was en links langs de beek zich naar de bronnen in de helling uitstrekte. Dit was een belangrijke “watergank”. Ter plaatse is de betonnen wasbak nog aanwezig.
De Slakbeek
De Slakbeek ontspringt in de Medammerweide, loopt achter de Dorpstraat in de vijver van de watermolen, het water stroomt vervolgens onder het kasteel door en voegt zich bij het water wat vanaf de vijver komt en gaat verder als Molenbeek. De Molenbeek gaat weer door een duiker onder het kanaal door en stroomt tenslotte in de Maas.
De Slakbeek achter de Kaakstraat. Lang en drassig, maar niet meer zo lang en breed als vroeger. Ook niet meer de krachtige beek die ze ooit was. (Foto Guus Peters)
Het dal waar de beek door stroomt, is een zijdal van het Maasdal en het eindpunt van een droogdal. Dit droogdal begint eigenlijk op het plateau nabij het vliegveld, gaat langs de Horst achter Catsop, achter de Dries, door het Lindeberg, wordt doorsneden door de spoorlijn en mond tenslotte uit in het dal van de Slakbeek. Dit was en is een belangrijke afvoer van het hemelwater vanaf de velden rond Catsop. De naam Slakberg en Slakbeek komt van “de Slak”. “De Slak” is het lange smalle drassige dal van de Slakbeek. De vorm van het dal is te vergelijken met een slak en het weke vind men in de drassigheid. Vroeger, tot de aanleg van het voormalige zwembad, was de beek vanuit de Medammerweide veel sterker en het gedeelte langs de Kaakstraat veel breder (tot aan de nieuwe laan) en langer. Jammer genoeg is het dal gedeeltelijk opgevuld.
De weg door de Slacken (Foto Guus Peters)
De Steeg
De weg vanaf de Kaakstraat door de Slak liep door naar Terhagen. Maar dat was niet het eindpunt via Terhagen ging hij door over het Armsterveld naar Hussenberg. Ook was het een toegangsweg naar de velden rond Terhagen. Deze weg ging door het kasteelterrein en men mocht hiervan niet afwijken.(Vandaar het bruggetje tussen het park en de Medammerweide). De weg heeft in de archieven de naam “weg door de Slacken” of “de Gats” en later werd het “de Steeg”. Bij de aanleg van het zwembad werd deze weg omgeleid. Momenteel kan men weer min of meer de oude route volgen.