Carnaval # door Jo Smeets
In de eerste helft van de vorige eeuw is in elk dorp de jaarlijkse amateurtoneeluitvoering samen met de twee kermissen eigenlijk de enige mogelijkheid om samen eens het glas te heffen. De repetities voor toneel of fanfare zijn verder de enige twee mogelijkheden om de huiselijke haard eens te ontvluchten. De alom heersende armoede zorgt er voor, dat men voor plezier geen geld heeft.
Op de foto 'nne echte: Jack Penders van Zaate Hermenie Sjöt In
Toch is er nog een jaarlijks hoogtepunt aan de vooravond van de katholieke Vastenperiode namelijk “vasteaovend”. Met carnaval verkleedt men zich met eenvoudige middelen en gaat op stap, om samen lol te maken in de plaatselijke cafes. Plekken die toen nog in elk dorp ruim voorhanden zijn.
De aftrap van de drie dolle dagen in Elsloo is al ’s vrijdags en wel het patsjebal in café Bie Willemke te Catsop. De buurtvereniging organiseert dit om haar kas te spekken. Iedere betalende bezoeker krijgt een papieren pet (patsj) op z’n hoofd gedrukt. Als tevens de alcohol z’n werk heeft gedaan, is het meezingen en aansluiten in die polonaise.
Een oom uit Geverik is bij ons op bezoek, met mijn ouders raakt hij verzeild op dit feest. Afgezien van het plezier en een knallende hoofdpijn de volgende ochtend (hij brengt de nacht bij ons door slapend in de rookstoel) kan hij z’n fonkelnieuwe schoenen in de vuilnisemmer gooien. Slechts 1 dag heeft hij het paar gedragen, door de grote drukte in het café zijn zij in enkele uren afgetrapt. Voor hem is het uitgedraaid op een duur avondje “plenke” in de buurgemeente. Hij is er niet rouwig om.
Buurtvereniging Catsop is er veel aan gelegen, om goed voor de dag te komen in de carnavalsoptocht. Alles begint met een leuk idee en dit vervolgens realiseren. Weken voor die rondgang gonst het van de activiteiten in de diverse boerenschuren. Het geluid van timmeren, veel lachen om grappen, soms een harde vloek.
Hieronder een filmpje uit Maastricht. Kijk hoe men zich begin jaren 60 verkleedde!
De Elsloose huisschilder Hermans zet heel wat vierkante meters en vele papiermachefiguren in fleurige kleuren. De vrouwen laten hun naaimachines ratelen om de verkleedpakjes op tijd klaar te hebben. Al deze stukjes van de puzzel moeten uiteraard op carnavalszondag in elkaar vallen. Die zondag gaat het spel letterlijk op de wagen. ’s Ochtends verzamelen zich de optochtdeelnemers in de veranda van familie Vranken om te worden geschminkt en krijgt de carnavalswagen de laatste likken verf.
Na afloop van de optocht is er dat spannende moment, het uitroepen van de mooiste praalwagen en groep. Weliswaar wordt altijd gezegd meedoen is belangrijker als winnen, maar toch wil Catsop graag winnen. Heel wat keren gaat de 1e prijs mee terug naar ons gehucht. Mannen als T. van Es, H. Vranken en J. Wilting nemen de buurt op sleeptouw en zorgen er voor dat iets van de grond komt. Vele uren steken zij belangeloos en zonder te morren in deze buurtvereniging. Hiertegenover staat het plezier om samen, met vallen en opstaan, iets te maken. Het resultaat moet zo zijn, dat ’s zondags de toeschouwers zeggen: “Die van Catsop houwe toch de sjwoanste groep en wage”.
Voor een kind zijn deze drie dagen in het jaar heel apart. Je mag je verkleden, weliswaar is er niet veel keuze: cowboy, indiaan of chinees. Vader of moeder blakert een flessenkurk zwart en tekent hiermee een snor en bakkebaarden op je gezicht. Als chinees wordt je hele gezicht geel gemaakt. Deze metamorfose zorgt er voor, dat je als kind enige dagen in een andere wereld verkeert. Over je dagelijkse kleren heen draag je nu een spannend kostuum. Dit wordt gecompleteerd met een klapperpistool in je riemholster of een pijl en boog hangend op je rug. Het geknal van het geweer en de geur van “solfer” maakt het net echt. Deze entourage zorgt dat het buiten spelen met je vriendjes 10 keer spannender is dan al die andere dagen in het jaar.