Het Priesterschap # door Jo Smeets
Begin vorige eeuw zijn de meeste gezinnen in Limburg groot. Aan het hoofd staat een vader en moeder en een redelijk aantal kinderen lopen in hun kielzog. Er is bijvoorbeeld nog geen AOW, dus. De invoering hiervan is in 1957. Mijn grootmoeder is hoogst verbaasd over het feit, dat zij plotseling maandelijks een aardig bedrag krijgt van vadertje Staat.
Het is in die tijd een hele eer als een van de vele kinderen zijn leven gaat wijden aan God oftewel in het klooster trad of priester word. Zo gaat de oudste broer van mijn moeder (Huub Claessen) voor priester studeren. Hieraan ten grondslag ligt de roeping. Wat dit begrip precies inhoudt, zal voor ons buitenstaanders moeilijk te bevatten zijn. Studeren? Het is in die tijd eind jaren 40 al een zeldzaamheid als iemand naar de Lagere Technische School gaat. Na de lagere school (als je deze afmaakt) moet je met je handen de kost verdienen. Het is een voldongen feit, dat je dit je verdere leven zult moeten doet.....
Na nog enige tijd bovengronds bij de Staatsmijnen te hebben doorgebracht, sluit mijn oom zich aan bij de orde van de Salesianen. Hun grote voorganger is Don Bosco, deze houdt zich vooral bezig met de jeugd. Hij praktiseert de gedachte ”voor een betere wereld moet je starten aan de basis dus bij de kinderen”. Met hen dingen ondernemen en waardevolle zaken leren. Kinderen voeding en onderwijs geven is een plicht, zei Don Bosco.
Mijn oom wordt in 1954 te Oud-Heverlee (B) tot priester gewijd en hij deed zijn eerste Heilige Mis in de Augustinuskerk te Elsloo. Deze gebeurtenis zet het gehucht Catsop op z’n kop. De jonkheid (de ongetrouwde jeugd) doet er alles aan, om dit zoveel mogelijk cachet te geven. De processieroute tussen kerk en het ouderlijk huis wordt rijkelijk met bloemen versierd. Lekker eten en drinken horen natuurlijk bij zo’n feest. Het gezin Claessen is natuurlijk trots op dit feit. Hun jarenlange opofferingen vinden z’n bekroning tijdens deze dag. Nadat hij tot priester is gewijd, gaat hij nog een aantal jaren studeren in Rome. Hier studeert hij af als dr. in de psychologie en godsgeleerdheid. Zijn moeder is bij de uitreiking van de bul in Italie aanwezig. In haar lange leven haar enige buitenlandse reis. Vervolgens gaat hij lesgeven aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen en te Leusden waar de Salesianen een priesteropleiding hebben.
Een overzicht van de St Augustinuskerk tijdens de mis.
Mijn oom nu heeroom, woont in bij een hospita in dat verre Holland, en komt slechts enkele keren per jaar op bezoek in Catsop. Dit is voor ons gezin toch iets speciaals. Zijn kleding is, begin jaren 60, nog een zwarte soutane. Dagelijks loopt hij een uurtje heen en weer op het paadje langs de moestuin verzonken in het brevier. Tijdens de warme maaltijd wordt een fles wijn ontkurkt, op de andere dagen in het jaar is dit een glaasje water. Ook opmerkelijk is het feit, dat hij niet, zoals wij gewone stervelingen, geinteresseerd is in wedstrijdsport. Ik laat hem een lp van Bob Dylan zien, die ontlokt hem enkele kritische woorden. Echter naarmate de vele jaren verstrijken wordt z’n denkwijze progressiever. Slechts een kruisje op het revers van z’n colbert laat dan nog zien dat hij priester is.
Zoals eerder gezegd, houdt hij zich bezig met het opleiden van nieuwe priesters. Echter ook een priesterstudent heeft recht op ontspanning. Wat heeft mijn oom bedacht? Nou het volgende, in de zomervakantie laat ik een groep priesterstudenten van Leusden naar Elsloo fietsen en een aantal dagen kennismaken met Zuid-Limburg. Maar het volgende probleem dient zich al aan. “Waar ga ik deze vlucht jongemannen onderbrengen?” De kosten moeten natuurlijk zo klein mogelijk blijven. De oplossing voor deze vraag wordt gegeven door de pastoor van Elsloo. Hij stelt de leegstaande pastorie tegenover de Augustinuskerk ter beschikking waar de paters in spe kunnen bivakkeren. Men kan zich voorstellen dat eten, drinken, slapen door zo’n club van 15 heel wat improviseren vereist. De heren slaan zich er echter telkens met verve doorheen.
Op de foto: Albert Cremers, kapitein van de Jonkheid, feliciteert de nieuwe priester Huub Claessen.De Jonkheden zijn van oudsher bestaande verenigingen in de buurten, die voorafgaan aan de buurtverenigingen. De oudste buurten in Elsloo zijn ontstaan uit die Jonkheden. De Jonkheden probeerden elkaar ook steeds te overtreffen.
De Jonkheid bestond uit de vrijgezellen van een buurt. Zij had diverse gemeenschapstaken zoals versieren bij jubilea. De voorzitter was de kapitein en de secretaris was de vaandrig.
Traditiegetrouw is het zo, dat de groep aan het begin van de vakantie, in het ouderlijk huis van heeroom een uitgebreide koffietafel krijgen aangeboden. Men kan zich voorstellen dat na zo’n fietstocht van circa honderdvijftig km menige stapel boterhammen werd verorberd om over “smaakt het?” nog maar te zwijgen. In de keuken zijn vele handen in de weer.
Zij doorkruisen, in het zwart of grijs gekleed, ons heuvelland op hun degelijke rijwielen zonder versnellingen onder de blakende zon. Zuid-Limburg is voor hen het buitenland. Het zijn eenvoudige genoegens als fietsen, wandelen in het kasteelpark van Elsloo of fruit plukken in onze huisweide. Kortom luieren en de studie op een laag pitje gezet. Oblomovs in de pastorie met een weids uitzicht op het Julianakanaal, de Maas en Belgie.
Het ouderlijk huis van Huub Claessen naast cafe "Bie Willemke"
Dit geestelijke en vaak geestige vakantiekamp vindt een aantal jaren plaats, die Hollandse bleekneuzen vinden hier de mensen en de omgeving schitterend. Voordat hun aardse missie het priesterschap echt van start gaat, dollen zij nog even als jonge honden. Nog verscheidene jaren nadat het laatste vakantieuitje naar Elsloo heeft plaatsgevonden, duiken er in Catsop priesters op, om met ons mooie herinneringen op te halen.
De ontkerkelijking die start eind jaren 60 begin jaren 70 vorige eeuw heeft echter heel wat bressen geschoten in dat contingent priesters.
Echter de opvatting van Don Bosco: het vormen van een kind tot een rechtschapen mens, dat idee moet nog steeds door ons allemaal worden gekoesterd.
Op de foto ziet u de massale belangstelling bij de inwijding. Albert Cremers, kapitein van de jonkheid, spreekt.
De Jonkheid van Catsop had een huzarenstukje uitgehaald bij de priesterwijding van Huub Claessen. Een jaar lang hadden ze het feest voorbereid. Daarvoor hadden ze 3000 loten a raison van Fl 0,50 verkocht. Dat was een kapitaal in die tijd. Ze hadden 10.000 vlaggetjes gekocht om heel Catsop en de weg door Elsloo tot aan de oude kerk toe te versieren. Het is het grootste feest en organisatie geweest die Catsop ooit gekend heeft.
De Jonkheid van Catsop in 1953 (klik op foto voor vergroting)
Foto's en toelichting: Albert Cremers