Pinkpop # door Jo Smeets
Door Jo Smeets
In 1967 maakt de wereld kennis met de hippies. De wijk Haight-Asbury in San Francisco is hun domein. Alles moet anders is het credo. Sinds hun denkbeelden op mondiale schaal verspreid zijn, is veel veranderd ten goede en ten kwade. De hippies van toen zijn op zoek naar een nieuw utopia. Enkele slogans van hen zijn: “de verbeelding aan de macht” of “van homo faber naar homo ludens”.
Begin jaren 70 zijn sommige van hun denkbeelden in verdunde vorm doorgedrongen tot Catsop. Zo wordt in menig gezin de strijd uitgevochten om de gepaste haarlengte voor een jongen. Voor het dragen van kleding geldt een soortgelijk verhaal. Dat duffe jaren 60 kloffie kan voorgoed in de kast blijven hangen. Ouders en de gevestigde wereld weten niet wat hen overkomt. Het opstandige gedrag van de jeugd stuit op weerstand en dit is nog zachtjes uitgedrukt.
Elsloo krijgt een jongerensoos Utopia, eerst nog gehuisvest in de statige pastorie tegenover de Augustinuskerk, later in het patronaat met de ingang grenzend aan het oude kerkhof. Buiten onze landsgrenzen is er de studentenopstand in mei 68 te Parijs.
In 1967 vindt in Amerika Monterey het 1e popfestival plaats. Het is nog een ideeel gebeuren in tegenstelling tot vandaag de dag. Nu is het credo: er is geld mee te verdienen dus is het handel. Laat de wet van vraag en aanbod regeren, dan komt ’t wel goed. De dichter Lucebert heeft eens gescheven “alles van waarde is weerloos”.
De hele wereld maakt kennis met het fenomeen popfestival door Woodstock in de zomer van 1969. Drie dagen lang love, peace and happiness. Bijna iedere middelbare scholier gaat in 1970 naar de bioscoop om de muziekfilm Woodstock te zien. Onder impuls van Enighauser Jan Smeets krijgt Limburg zijn eigen Woodstock. De naam wordt Pinkpop. In het Burgemeester Daemenpark te Geleen staan, liggen, hangen, lopen duizenden jongeren op Pinkstermaandag om 1 dag bevrijd te zijn van het gewone maar voortkabbelende dagelijkse leven. Een gevoel van saamhorigheid wordt hier gesmeed.
Hierboven een reportage over het allereerste popfestival in Limburg, Pinknic op de Gulpenerberg in Gulpen. Een jaar later zou hier Pinkpop uit ontstaan.
Pinkpop lonkt ook naar Catsop, een plukje jongeren wil dit festival wel eens van dichtbij meemaken. Dit gebeurt aanvankelijk schoorvoetend in die zin, dat bij het 1e bezoek aan het festival braaf eten en drank van thuis wordt meegenomen. Dit is dan nog toegestaan.
De grote dag is daar en wij fietsen naar Geleen. Echter de groep is nog niet compleet. Een jongen die Op Het Einde woont moet nog worden opgehaald. Bellen aan de deur, geen reactie, nog maar eens hard roepen: “man woar bliefs dich?”. Er gaat een bovenraam open en een slaperig hoofd steekt naar buiten. Enfin, met vertraging richting Geleen. Langs de spoorlijn, op de Schuttersstraat staat de club al weer stil. Een meegenomen thermoskan koffie is stuk gevallen op het wegdek.
In Geleen zetten wij de fietsen achter warenhuis Schunck neer, die laatste tientallen meters gaan wij te voet.
Vanaf NS-station Geleen-Lutterade is het een vloeiende stroom van honderden jongeren afkomstig uit het hele land op weg naar pinkpopterrein. Wij doen aan ritsen. De Geleense burgerij gaat er eens goed voor zitten op hun tuinstoelen voor het huis. Zo ontgaat hen niets van deze parade, want zo’n schouwspel krijg je niet elke dag te zien.
’s Avonds als de entree weg is, lopen zij nog een rondje op de sintelbaan. We horen opmerkingen als: ” Wat heeft die voor kleren aan?” Pinkpop is in die jaren nog ongekunsteld. Dat grote grasveld met hieromheen de brede sintelbaan en een ouderwetse tribune die haar beste jaren achter zich heeft liggen. Op deze tribune twee podiums, gebouwd van steigermateriaal, waar die dag in totaal 6 a 7 bands optreden. That’s all, het randgebeuren bestaat slechts uit een handvol kraampjes waar India-kleding, sieraden of lp’s te koop zijn.
Afdeling Catsop constateert al vrij snel, dat de inwendige mens hier niets tekort hoeft te komen. Eet- en drankgelegenheden zijn er voldoende. Het meegenomen en het naderhand gekochte bier smaakt goed en stroomt rijkelijk. Drank en soms de geestverruimende middelen in combinatie met een verzengende zon zorgt er voor dat vele bezoekers knock-out gaan.
Geregeld passeert ons de Rode Kruisbrigade met de brancard. “Goh, is dat niet …die daarginds op die brancard ligt?” “Nee, dat is hem niet”, wordt door ons luchtig geconstateerd. "Hem" blijkt toch iemand van ons groepje te zijn, hij belandt op de stretcher in de EHBO-post. Wij ontdekken dit pas veel later, nadat onze vriend als vermist wordt bestempeld. Die pinkpop-editie is voor hem grotendeels een zwart gat.
Eenieder van ons zwerft over het uitgestrekte terrein of loopt eens naar voren om z’n favoriete band beter te zien. Even naar het toilet is voor meisjes geen sinecure. De enkele toiletten onder de tribune zorgen voor een hele lange rij van wachtenden. Wij jongens maken van de nood een deugd, wij doen aan bemesting van de plantjes in de perken, hun Latijnse naam staat op ’n bordje vermeld. Plassend leer je zo nog iets. Dan weer terug naar het basiskamp. Iemand van ons groepje is te herkennen aan gleufhoed en regenjas. Ondanks dat het vijfentwintig graden is, draagt hij beide de hele dag. Hoe noemen wij zulk gedrag, prettig gestoord.
Zo is dit groepje uit Catsop midden jaren 70 verscheidene keren naar pinkpop te Geleen geweest. Wij hebben het stof van de sintelbaan geproefd en overal zitten als het snikheet is, maar zitten ook onder een lap zwarte landbouwplastic omdat het de hele dag regent. Kortom een dag Woodstock, maar in verdunde vorm. Wat het belangrijkste is, wij hebben ontzettend veel gelachen tijdens deze jaarlijkse trip.
Uit 1970 een ruime samenvatting van het Stamping Ground Holland Festival in Rotterdam, met o.a. Pink Floyd, Santana, Dr. John, Canned Heat, Jefferson Airplane.