Deel 22: De Dorpen - Maaskantdorpen in de vroege middeleeuwen
Over de vroegste geschiedenis van de dorpen van voor 1300 is niets op papier overgeleverd. Helaas is het ook het overgeleverde bronnenmateriaal uit deze eeuwen heel beperkt. In veel gevallen is de archeologie onze enige bron. Veel is dus onduidelijk. Het debat over deze periode is steeds in beweging. Alles wat hierover geschreven is en wordt (ook door ons) is gebaseerd op reconstructie van de vroegere situatie aan de hand van recentere archiefgegevens en analysering van (kadaster)kaarten.
De oorspronkelijke ligging van de dorpen komt voort uit de eisen die het gemengde agrarische bedrijf stelde. De vestigingsplaats van een agrarische nederzetting wordt vooral bepaald door de bereikbaarheid van de verschillende geëxploiteerde gebieden. Hierin onderscheiden zich 5 componenten: water, bouwland, weidegronden, brandstof en bouwmaterialen, waarbij de aanwezigheid van water van het grootste belang was.
(naar H. Renes landschappen van Peel en Maas).
Willen we de middeleeuwse kernen van onze dorpen zoeken, dan moeten we die zoektocht beginnen door te zoeken naar de meest gunstige vestigingsplaats. En dat is in het Maasdal, in de hellingen op de overstromingsgrens van de Maas in de buurt van water. Ook moeten we tijdens de zoektocht bedenken dat een nederzetting dynamisch was. Als de omstandigheden veranderden, veranderde ook de structuur van de dorpen. Maasverplaatsingen, drijfzandverzakkingen, ontginningen boven de hellingen hebben het zwaartepunt van onze dorpen doen verschuiven vanuit het Maasdal naar de gebieden bovenop de helling richting Graetheide.
J. Renes De Geschiedenis van een cultuurlandschap 1988
ISBN 90 232 2263 6 Blz 55
Lineaire nederzettingen:
Een voorbeeld van een lineaire nederzetting levert de reeks dorpen Amby, Heer en Gronsveld.
De vorm is hier gebaseerd op de hoogteverschillen in het terrein: de oudste delen van deze dorpen worden gevormd door een enkele rij huizen aan de oostzijde van de weg op de grens van de hoge akkers en de lagere graslanden. Deze grensligging werd ingegeven door bodemgebruik, dat zelf weer samenhing met de hoogteverschillen in het terrein. Tussen bouwland, weiland en boerderij bestond een intensieve uitwisseling: vee van de boerderij naar de weide en soms naar het bouwland (stoppelweide): mest van de boerderij naar het bouwland en oogst in omgekeerde richting. De meest gunstige woonplaats lag op de grens van bouwlanden weiland, waarbij het weiland zowel de natte graslanden en de dalen kon betreffen als de hoger gelegen bos- en heidegebieden. Door op de grens van bouw- en weiland te gaan wonen verminderde een boer zijn loopafstanden tot een minimum. Hooilanden werden maar zelden bezocht (voornamelijk om te maaien) en hadden daardoor veel minder invloed op de vestigingsplaats. Ook langs oude Maaslopen vinden we lineaire nederzettingen.
Het vroegmiddeleeuwse Elsloo
Elsloo 1817
Op deze kaart is het oude dorp in zijn geheel weergegeven. Het lijkt alsof dit altijd de kern van Elsloo is geweest. Dit is echter niet het geval. Slechts een heel klein deel van de huidige oude kern behoorde tot het oorspronkelijke middeleeuwse Elsloo van voor 1500. De huidige Maasberg en Op de Berg waren een uiteinde van dit oudste Elsloo, het andere uiteinde lag nabij de huidige autowegbrug over de Maas richting België. Elsloo was voor 1500 een langgerekt straatdorp dat lag op de plaats waar nu de Maas stroomt. Hier lag ook het oorspronkelijke kasteel en in de helling de eerste kerk van Elsloo.
Elsloo ca. 1000
Het oudste Elsloo lag langs de "oude weg" in de helling van het Maasdal, deze kwam vanaf Geulle via Terhagen (door het huidige kasteelpark). De gehuchten Catsop en Terhagen bestonden nog niet. De "oude weg" (op de tekening hierboven in rood) volgde vanaf het oude kasteel (bruine punt) waarvan de restanten bij laagwater nog in de Maas te zien zijn, de hellingen langs het Maasdal in de richting van kasteel Stein, met een aftakking richting waar nu Meers ligt.
Zie tevens: http://www.elsloo.info/kasteel-van-elsloo
Langs deze weg, de Jodenstraat, lag in lintbebouwing de oudste kern van Elsloo. Achter deze kern lag de dorpshaag (geel ingetekend op de kaart). Van de weg splitsen twee veedriften af, één richting Scharberg en de ander richting Catsop, toen het weidegebied van Elsloo. Zie ook: http://www.elsloo.info/landschap-en-maas/260-deel-32-catsop-
Ook splitst een veldweg (oranje) af naar het Elserveld, die een verlengde kende in de Eeckersteeghe, de weg naar het Graetbos om varkens te "ekeren" (hoeden). Om de velden heen ligt een landweer, de grens met de "wildernis". Deze landweer liep via de Scharstraat, de Driekuilenweg en de Raadhuisstraat waar hij ter hoogte van de kapel aansloot op de steile helling langs de Slakbeek. De huidige Dorpstraat was toen nog niet bebouwd. Er zullen ongetwijfeld toegangen vanuit het dorp naar het Maasdal zijn geweest, maar deze zijn niet aan te duiden. De Maas heeft alle aanknopingspunten weggevaagd.
1837
1925
1950
1980
Het vroeg middeleeuwse Stein
Stein bestaat eigenlijk uit twee groeikernen. Keerend en oud-Stein rond de kerk. De eigenlijke dorpskern met kerk is, in tegenstelling tot de overige kernen, in zijn grondvorm een zwermdorp en geen straatdorp. Toch klopt hier de gangbare theorie over een zwermdorp niet. Een zwermdorp kent een centraal plein meestal met kerk waarom heen de boerderijen liggen, vanuit dit plein vertrekken dan verschillende wegen waarlangs ook bebouwing ligt. Het centrum van Stein is echter geen rond plein, maar een stratencirkel. Dus eigenlijk kunnen we hier spreken van lintbebouwing in een cirkel.
Stein ca. 1000 na Chr
Stein reconstrueren is gecompliceerd, omdat Stein eigenlijk uit twee dorpen (groeikernen) bestaat.
In Stein kwamen twee wegen bij elkaar. Een weg vanaf Beek en de "oude weg" vanuit het oude Elsloo. Ook denken we dat de oudste wegen uit meerdere sporen bestonden en pas bij de kerk bij elkaar kwamen en vandaar de helling volgden richting Urmond. Zowel Stein als Keerend kenden een eigen dorphaag (geel ingetekend in bovenstaande afbeelding).
Vanuit de weg naar Beek ( overigens een weg waarlangs diverse Romeinse vondsten zijn gedaan) vertrokken veedriften (o.a. de Reekstraat) naar weiden in het Meldert. Ook zal er een weg naar het Graetbos hebben bestaan, welke wij samen te zien vallen met de weg naar Beek. De "Voelsteeg" was de toegang tot de velden van Keerend. Bij kasteel (bruine punt in afbeelding), dat mogelijk toen nog niet bestond, zal de veedrift ongetwijfeld ook een verbinding met de weg naar Elsloo hebben gemaakt.
Vanuit de kern Stein bij de kerk vertrokken een tweetal veedriften naar het Maasdal (Kelderstraat vanaf Wilhelminaplein). Bij de kerk vertrok zowel een veedrift naar het Maasdal als een naar het Graetbos (het latere Houtereinde, hout betekent ook bos).
Vanuit het dorp was de Valderstraat de toegang tot de akkers. Langs het dorp liep de Steinderbeek (de Ur).Bij de kerk is een sterke bron. In het dal lag het "slotje" een adellijk huis. Het gehele complex aan akkers werd omsloten door een landweer (de Steeg, eerste deel van de Smeetsstraat (voorheen het Smis of Smeetswegje), Belboomweg, Platijkweg (Keerender veestraat) en de Heisteeg maakten daarvan deel uit). Wel tekenen we aan dat de landweren in eerste instantie ruim werden opgezet en dat er binnen de landweer niet alleen akkers maar ook weidegebieden lagen, die later in fases werden omgezet tot akkers.
De oude kern van Stein bestaat uit een cirkel gevormd door straten. Wat Stein ook het aanzien van een zwermdorp geeft. Iets dat we in geen enkel dorp in de regio tegenkomen. Alleen het voormalig Landsfort in Heerlen heeft overeenkomsten met deze wegenstructuur. Het verschil is dat in Heerlen een aantoonbare 13 eeuwse versterking heeft gestaan, in Stein niet.
Desondanks wijst de vorm en de strategische ligging op een middeleeuwse ringwalburcht. Wikipedia/Ringwalburg ⇢
Ook is er geen kadestraal verband tussen de percelen binnen en buiten de cirkel. Dat betekent dat de cirkel van wegen al bestond voordat het binnenterrein in percelen werd opgedeeld. De wegen zijn dus ouder. Naast de cirkel lag de kerk eveneens op een verdedigbaar punt en kon dienen als uitkijktoren. Het lijkt er op dat voordat de huizen hier gebouwd werden, de wegen in een of andere vorm al bestonden. De wegen rond de cirkel hebben geen natuurlijke aansluiting met de doorgaande wegen. Hoe het ook zij, het geeft in ieder geval te denken.
Afb. Voorbeeld ringwalburcht of vluchtburg. In Europa zijn er in de periode 900 - 1000 vluchtburgen aangelegd om zich te kunnen beschermen tegen invallen van Hongaren, Noormannen en Arabieren.
Bekijk presentatie over de Kelten ⇢
Afb. De kern van Stein bij de kerk in 1849
Toelichting bij afbeelding hierboven:
De doorgaande wegen(boven de helling) houden rekening met cirkel in het centrum van Stein. Ook dit wijst erop dat de cirkel al bestond voordat de wegen ontstond. Wij denken dan ook dat men de oudste wegen moeten zoeken aan de voet van de helling waarop Stein ligt en niet bovenop de helling. De huidige Kruisstraat heette vroeger " De Hal" en liep vanaf het Wilhelminaplein (voorheen Op de Berg) tot aan de Halstraat (vandaar ook deze naam)
Als aanduiding waar iemand woonde werd niet gezegd in de Kruisstraat maar "dae woont op de Hal".
"Hal" betekent grote overspannen ruimte. In steden kende men lakenhallen, maar het was ook een aanduiding voor het centrale gebouw van een kasteel. In het Engels kent men nog de "townhall" voor stadhuis en "hall" in de namen van kastelen.
Aan de overzijde van de Maas bij Elsloo (op Belgisch grondgebied, tegenover de ruïne van het oude kasteel van Elsloo in de Maas) lag tot voor kort ook een groepje huizen genaamd "Op de Hal".
Ook in Elsloo overleefde de naam eeuwenlang de naamgever. Misschien is dit in Stein ook het geval geweest en verwijst de aanduiding Hal naar een vroege vesting / vluchtburcht.