In de 90-er jaren heb ik in het Elsloose huis-aan-huis blad “de Wegwijzer” een serie gepubliceerd die ik “Over velden en wegen” noemde. In deze serie trachtte ik niet alleen toponiemen (lokale benamingen) te verklaren, maar ook de ontwikkeling tot heden met betrekking tot de wegen en velden rond Elsloo.
Deze serie is blijkbaar veel mensen in het geheugen gebleven, ook bij de redactie van elsloo.info. Zij vroegen mij of ik de serie niet opnieuw wilde publiceren op hun website. Hierin heb ik toe gestemd, alleen is de opzet iets anders.
Ik wil in de nieuwe rubriek niet alleen velden en wegen behandelen maar ook andere onderwerpen zoals de achtergronden van families, huizen, verenigingen enz. maar zeker ook vragen van lezers over wat wij “Aelserlogie” (alles aangaande Elsloo) noemen.
Het doel van deze rubriek is om de huidige generatie door meer te informeren over het verleden het besef bij te brengen dat het heden in de toekomst ook ooit als verleden de basis van het heden zal zijn. Wij dragen aldus een grote verantwoording voor het heden van de volgende generaties. Deze gedachten vormen de basis voor de in dit kader geplaatste rubrieken op elsloo.info. Met andere woorden: hoe is het zo gekomen en hoe zal het verder gaan?
Wie beschikt over informatie of foto’s van onze Elsloose vaders/opa’s die in de jaren 1944-1945 met het Amerikaanse leger of andere geallieerde legers, Duitsland zijn binnengetrokken? In de regel maakten zij onderdeel uit van het Regiment Stoottroepen Prins Bernhard ⇢
De onderzoekers Guus Peters en Herman Janssen hebben wel fotomateriaal maar weten niet iedereen te plaatsen. Wellicht herkent u uw vader/opa. Guus en Herman willen uw verhalen en foto’s verzamelen, maar zij gaan ook inventariseren wie zich allemaal zich aangesloten heeft en waar ze zijn geweest. Zij willen dit stuk vergeten geschiedenis graag onderzoeken en vastleggen.
Limburgse stoters hebben in het Amerikaanse leger gediend, terwijl de Brabantse stoters de Duitsers bevochten in samenwerking met de Britten en Canadezen. Zij kregen daar het Engelse tenue, de Limburgers werden uitgerust met Amerikaanse uniformen. Allen waren te herkennen aan de naam 'Stoottroepen' op de schouder.
U kunt ons bereiken via email Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Op zoek naar: familie van wijlen Douglas Shepard, (hospik) soldaat medische dienst in de Tweede Wereldoorlog
Laatste stand van zaken
Het onderstaande onderzoek werd in 2016 uitgevoerd door Fietje Quaedvlieg en wijlen Harie Rouvroye die het militaire uitzoekwerk voor zijn rekening nam. Uitgangspunt was een in zijn bezit zijnde lijst van in Elsloo gelegerde militairen, waarop de naam van Douglas “Doc” Shepard prijkte. Fietje Quaedvlieg uit Sittard heeft voor honderden oorlogskinderen hun vader gevonden. Ook Mieke Kirkels, schrijfster van het boek “Kinderen van zwarte bevrijders” had reeds eerder John Janssen voor haar boek geïnterviewd en leverde ook foto's.
Mevrouw Quaedvlieg heeft op verzoek van Peter Bovens en Wim Hanssen het op een dood spoor geraakte onderzoek in december 2022 weer opgepakt. Sebastiaan Vonk (van de organisatie Black Liberators in the Netherlands) die tegelijkertijd was benaderd, heeft zijn kennis aangewend om gegevens te achterhalen in de US. Uiteindelijk, na moeizaam uitzoekwerk door Fietje Quaedvlieg kan worden geconcludeerd dat Douglas Shepard de vader van John Janssen moet zijn.
Als in 2023 twee zussen van Douglas Shepard en hun dochters worden getraceerd in de USA weten die te vertellen dat in 1962 een neef van Lucie Janssen uit Elsloo bij hun op bezoek is geweest om navraag te doen over Douglas Shepard. Dat blijkt Sjef Janssen te zijn geweest, die in 1962 op familiebezoek in de USA is geweest. Navraag bij Amerikaanse en Elsloose verwanten van wijlen Sjef Janssen bevestigen dat verhaal. Hier beelden van bezoek van Sjef aan USA in 1962 ⇢
Foto boven: wikipedia / Quartermaster Transport Company september 1944 Normandië
In de Tweede Wereldoorlog bestaan er netwerken die mensen helpen ontsnappen uit het bezette Nederland. Sommige mensensmokkelaars zijn louter gericht op geld. Anderen, zoals de mensen van het netwerk Dutch-Paris dat is opgezet door de Nederlander Jean Weidner, doen het uit idealistische overtuiging. Maar steeds is er sprake van geheime ontmoetingen, speciale codes, valse papieren. En bedrog. Want degenen die weg willen moeten maar afwachten of ze echt geholpen worden.
Een van die Dutch-Paris ontsnappingsroutes voor Joden, verzetslieden, geallieerde piloten etc. liep via Meers, waar ze door dorpelingen met een roeibootje over de Maas naar België gezet werden. Van daaruit ging het via Brussel, Parijs en Lyon richting eindbestemmingen Zwitserland of Spanje.
Meersenaar Piet Meijers vertelt erover in de uitzending van Andere Tijden uit 2016, bekijk de uitzending hier > Foto boven: Piet Meijers in wikipedia-fotomateriaal ter illustratie.
Foto boven: hier werd Henri Schepers geboren, bij de ronde boog, Op de Berg 6 in Elsloo
Woensdag 4 mei 2022 is voor zijn geboortehuis Op de Berg 6 in Elsloo, het huidige Streekmuseum, een Stolperstein gelegd voor de Elsloose verzetsheld Henri Schepers. Henri werd in Elsloo geboren op 21 december 1914 en op 18 augustus 1944 in de val gelokt en vermoord in Meerssen. Lees zijn verhaal hieronder.
De Stolperstein werd gelegd door zijn neven Jo Schepers en Paul Wouters. Naast toespraken door burgemeester Leurs-Mordang en streekhistoricus Guus Peters, werden ook enkele muzikale intermezzo's gespeeld door familieleden. Het is overigens de eerste en tot dusver enige Stolperstein in Elsloo.
Op 23 april jongstleden werd bij Beekstraat 22a in Meerssen, zijn woonadres in 1944, door het plaatselijk comité ook een Stolperstein voor Henri Schepers gelegd.
Foto's Pierre Reubsaet
De initiatiefnemers Paul Wouters (links) en Jo Schepers bij de Stolperstein van hun oom Henri Schepers (Foto: Monique Reubsaet-Wouters)
Stolpersteine zijn betonsteentjes van 10 bij10 centimeter waarvan de bovenkant afgewerkt is met een messing plaatje. Daarin zijn onder andere naam, geboortedatum, en plaats van overlijden gestanst. De gedachte daarachter: zo lang je naam gelezen of uitgesproken wordt, ben je niet vergeten. Ze worden meestal in plaveisel of trottoir gelegd. Het idee is afkomstig van de Duitse beeldend kunstenaar Gunter Demnig.
Hieronder een reportage van de loklae omroep Stein Lokaal.
(Bron:Traces Of War, Werkgroep Stolpersteine Meerssen)
Henri is de zoon van sigarenmaker Nicolaas Schepers uit Elsloo, getrouwd met Maria Margaretha Cremers, ook afkomstig uit Elsloo, die aan huis ook een café runt. Zoals zovelen in die dagen naast hun hoofdinkomen ook een kleine café of kruidenierswinkeltje aan huis hebben. Want er moeten veel monden gevoed worden. Het gezin krijgt 10 kinderen en woont Op de Berg 6, het pand waar nu het Streekmuseum is gevestigd. Henri wordt in Elsloo ook wel "Harrie" of "Harie" genoemd; een naam die hij later in het verzet ook zal aannemen.
Als de oorlog begint is Henri 25 jaar en ongehuwd. Hij is kleermaker van beroep en woont in de oorlog bij zijn werkgever, kleermaker Albert Jorissen aan de Beekstraat 22a in Meerssen. Hij is keeper (in zwart tenue op onderstaande foto) van het eerste elftal van voetbalvereniging Marsana in Meerssen; hun trainer is zijn baas Albert Jorissen.
In 1943 wordt Schepers door de Duitse bezetter gedwongen tewerkgesteld in Aken. Vandaar vlucht hij naar België en sluit zich daar meteen aan bij het verzet, bij de Witte Brigade. Hij werkt voor verzetsgroepen in Luik en Tongeren en is er bekend als "Harrie de Wit". Hij helpt Joden met onderduiken en steelt wapens en munitie voor het verzet. Bij een inbraak in een Duits hoofdkwartier aan de Maastrichterweg in Meerssen maakt hij plannen buit van de Duitse verdedigingslinies in Limburg, welke hij doorspeelt naar de geallieerden.
Schepers moet zijn werk in het verzet met de dood bekopen; luttele weken voor de bevrijding. Hij loopt op 18 augustus 1944 in de val die de Sicherheitspolizei voor hem heeft opgezet in het Paviljoen, een café in Meerssen. Hij is verraden door Gonnie Zeguers-Boere, een bordeelhoudster uit Maastricht en tevens smokkelaarster en zwarthandelaarster die met het verraad haar nering veilig meende te kunnen stellen. Zij geniet bescherming van een van haar liefdes, Richard Nitsch van de Sicherheitspolizei en ze wil dat graag zo houden. Zeguers-Boere zet ook feestjes op touw voor Duitse militairen en heeft een intieme relatie met de Maastrichtse SD-chef Max Ströbel. Door haar toedoen heeft eerder een groot aantal arrestaties in de gelederen van Maastrichtse verzetsgroepen plaatsgevonden.
Henri kent Zeguers-Boere van een café in Vroenhoven, net over de grens bij Maastricht, waar hij vaker komt sedert begin 1944. Zij heeft contacten met het Maastrichtse verzet en ondanks het feit dat ze ook "intieme contacten" heeft met Duitse officieren, geniet ze toch ook vertrouwen van de verzetsmensen. Zo claimt zij dat ze in de positie zit dat ze voor het verzet kan onderhandelen met de Duitsers over de vrijlating van opgepakte verzetsmensen.
Als de verraadster met haar zwart- en smokkelhandel in de problemen komt, meldt zij Ströbel dat ze contact heeft gekregen met een zekere De Wit van de Belgische Witte Brigade. Bovendien geeft ze hem enkele pistolen, die ze naar haar zeggen van Schepers (De Wit) heeft ontvangen. Er wordt een ontmoeting op 18 augustus 1944 in café Paviljoen in Meersen gearrangeerd. Direct na aankomst in dat café verschijnen vier SD'ers, onder wie Nitsch en Conrad.
In het Limburgs Dagblad van 16 november 1948 staat het artikel "Richard Nitsch rekenschap gevraagd over menige laffe moord – Dodelijke schoten in Paviljoen te Meerssen". Het krantenartikel staat onderaan deze pagina. Inzake de moord in het Paviljoen te Meerssen worden tijdens de rechtzaak tegen Nitsch, als getuigen gehoord Peter Huls, chauffeur te Eygelshoven en de kastelein de heer J.L.M. Franssen uit Meerssen.
Op de bewuste dag zaten in genoemd café Henri Schepers, getuige Huls en mevrouw Zeguers-Boere, die heimelijk in dienst was van de Sicherheits Dienst. Van haar wordt een schriftelijke verklaring voorgelezen. De S.D. drong het café binnen en vlak na het bevel ‘handen omhoog’ werd Schepers neergeschoten door Nitsch. Schepers bleek in het bezit van een revolver en zou niet tijdig de handen omhoog gestoken hebben. Over de kwestie (of Nitsch terstond nog eens heeft geschoten, ofwel na een zekere pauze Schepers een genadeschot gaf) spreekt Nitsch de getuige Franssen tegen. Merkwaardig is dat Zeguers-Boere getuige Huls verzocht had iets anders te gaan zitten, zodat -na achteraf bleek- deze niet in de vuurlijn tussen de deur en Schepers zat.
Later verklaart de kastelein Franssen dat Schepers een vuurwapen tevoorschijn haalde toen de Duitsers binnenvielen, maar dat het wapen dienst weigerde en hij meteen werd doodgeschoten. Volgens hem had Schepers die dag in Meerssen aan meerdere mensen laten zien dat hij twee vuurwapens bij zich had. Familieleden vertellen later dat Henri eerder die dag nog op bezoek is geweest bij zijn broer Sjeng in Elsloo (de vader van Jo Schepers)
Maar waarover heeft Schepers die dag een afspraak in dat café met verraadster Zeguers-Boere? Of met welke smoes is hij er naar toe gelokt? Dat zal waarschijnlijk voor altijd in nevelen gehuld blijven.
In het Delpher archief vinden wij een illegaal krantje "Hilversum III" uitgave van 17.08.1944.... een dag voordat Henri Schepers wordt vermoord. Hierin wordt een overval van de Witte Brigade vermeld op het munitiegebouw van de ENCI in Maastricht tijdens de nacht van 6 op 7 augustus 1944. Het is niet bekend of Henri bij deze overval betrokken was, maar het geeft in elk geval een indruk van de activiteiten van de Witte Brigade. Lees/download het krantje hier >
In De Gelderlander van 02.11.1944 vinden we een opsomming van de verzetsdaden van de Witte Brigade.
Tegen Gonnie Zeguers-Boere werd in 1947 de doodstraf gevorderd; haar verraad betekende voor een 30-tal mensen de dood. Ze werd tot 14 jaar gevangenisstraf veroordeeld en kreeg T.B.R. Zij overleed in 2005 in Veldwezelt. Nitsch kreeg levenslang voor zijn gepleegde oorlogsmisdaden; de straf werd in 1959 omgezet naar 22 jaar, maar een jaar later werd hij al vrijgelaten. Hij overleed in 1990 in Bad Bentheim.
Henri Schepers ligt begraven op het Nederlands Ereveld te Loenen (vak A nr 563)
Het eerste exemplaar ‘Op het netvlies gebrand’ aangeboden aan Burgemeester Leurs-Mordang en Wethouder van Mulken op vrijdag 24 april 2020.
Tijdens een aan de omstandigheden aangepaste ceremonie op het gemeentehuis hebben enkele leden van de Werkgroep 75 Bevrijding het boek “Op het netvlies gebrand” aangeboden aan respectievelijk burgemeester Leurs-Mordang en wethouder Van Mulken.
Het betreft een uniek naslagwerk vol historische en nog nooit eerder gepubliceerde teksten en foto’s van de oorlogsjaren in Stein, Meers, Maasband en Elsloo. Het bijna 500 pagina’s tellende boek geeft een uniek beeld van de oorlogsjaren tussen 1939 en 1945 in betreffende dorpen tijdens de Duitse inval, de bezetting en de bevrijding. De persoonlijke verhalen beschrijven het leven tijdens de oorlogsjaren op indringende wijze. De uitgave is in een beperkte oplage van 400 stuks gedrukt en was gelijk uitverkocht.