Deel 29: Het Mergelakker.
Het Mergelakker
In de archieven is “Het Mergelakker” de naam van het gebied welk begrensd wordt door: de Stationsstraat-west, de Spoor en Veestraat, het Kempken, de Catsopper en Heirstraat. De naam beslaat dus een vrij groot gebied (zonder verdere deelbenamingen). We denken dat de naam Mergelakker te maken heeft met het bemesten van de akkers met mergel. Vaak werd bij de verpachting van akkers de verplichting opgelegd om deze jaarlijks te bemergelen. Vóór de uitvinding van de kunstmest, was men namelijk op stalmest aangewezen. Als aanvullende meststof werd mergel (kalk) gebruikt welke over de Maas werd aangevoerd (in Elsloo zit overigens geen mergel in de ondergrond). De naam kan dus afkomstig zijn van de beschreven verplichting, dus de akker die bemergeld moet worden.
Het hele “Mergelakker" in 1950. Nu geheel dichtgebouwd.
De weg over “het Mergelakker”
Midden over het Mergelakker liep er een veldweg die begon aan “Het Heilig Hart” deels de huidige Mgr Kerckhofstraat volgde en over de spoorlijn heen naar het Kempken voerde. De huidige weg “Mergelakker” volgt ook ongeveer het verloop van de oude veldweg. Langs deze weg lagen enkele huizen, die nog te herkennen zijn tussen de nieuwbouw. In oorsprong was de veldweg een ontginningsweg vanuit Catsop. Later wordt deze naar het Heilig Hart toe verlengd en wordt hierdoor een verbindingsweg met Catsop. Maar niet alleen met Catsop. Waar nu het voetbalterrein ligt, liep een voetpad naar de Veestraat. Het verlengde hiervan was de veldweg die nu nog over de (nog te behandelen) Heuvel gaat. Dit was de kortste route naar Beek voor voetgangers.
Het Mergelakker in 1803.
Duidelijk is het voetpad te zien dat via het mergelakker over de Heuvel naar Beek liep.
Een melaatsenhuisje
In de archieven uit de 16e eeuw treffen wij de vermeldingen aan van een “Melaeten-huysken”. Waar dit precies stond weten we niet, wel dat het ergens aan de toenmalige Veestraat (dus inclusief de Spoorstraat) heeft gestaan. Het bestaan van dit huisje wijst erop dat deze besmettelijke ziekte, die we alleen nog van TV in verre landen, kennen ook hier geheerst heeft. Iemand die getroffen werd moest uit het dorp verdwijnen. De melaatsen woonden alleen of met meerderen geïsoleerd van de rest van het dorp. Eigenlijk werd men op deze wijze levend begraven. Dit melaatsenhuisje komen we in 1514 tegen als “blockhuys” waarbij ook een tuin hoorde de “blockhuishof”. Blokhuis betekent overigens gevangenis, het lijkt ons niet waarschijnlijk dat men midden in het veld een aparte gevangenis bouwde. Melaatsheid zag men misschien als een straf, mogelijk daarom “blockhuys”.
Het Mergelakker anno 2010 (Foto Guus Peters)
De vlootgraaf
Over het Mergelakker liep er verder een belangrijke afvoer van het hemelwater, de Vlootgraaf die we ook als de Daal (Ghen Dael) tegenkomen. Dit was een gegraven afvoer door een ondiep natuurlijk dal. De vlootgraaf begon aan de Gellik en ontving hier het water vanuit het Seeckendaal, vervolgens liep hij in de richting van de Rabobank aan de Stationsstraat. Volgens de overlevering heette het grote weiland waar nu o.a. de Rabobank op staat ook “de Vlootgraaf” maar werd ook “ut Kuulke” genoemd. Nu is de laagte helemaal opgevuld. Bij hevige regenval stroomde het water vanuit de weide onder een bruggetje in de Stationsstraat door en verder via De Vischerspoel naar de Drie Kuilen (zie eerder beschrijving van deze velden). Volgens de overlevering kon op deze plaats in de laagtes aan beide zijden van de Stationsstraat het water lang blijven staan. Dit vanwege in de ondergrond aanwezige kleilagen. Deze gegraven vloedgraaf bestond overigens al in 1788 niet meer. Dan is er al sprake van “den gewesen vloetgraef”.
Afbeelding: De spoorlijn midden door het Mergelakker. Door de aanleg van de spoorlijn werd ook de natuurlijke afvoer van het hemelwater geblokkeerd. Het afvoersysteem langs het spoor heeft de afvoer overgenomen. Het verloop van deze afvoer werd in 2004 pijnlijk duidelijk door een breuk in een kerosineleiding.
Beeld van de afgravingen langs het spoor na een kerosine lekkage in 2004. Veroorzaakt door een hoogspanningsmast die omviel op een kerosineleiding, na een felle uitslaande brand in een palletfabriek op hetzelfde perceel. (Foto Guus Peters)
Het kempken
De begrenzing van het Mergelakker in het zuiden bij Catsop wordt gevormd door “het Kempken”. Deze weg loopt vanaf de Daalstraat naar de Catsopperstraat. Nu doorkruist de straat “Mergelakker”het Kempken. Voorheen vormde ze er een T-splitsing mee. “Het Kempken” komt in de archieven ook voor als de gats of weg naar het Lindeberg. De naam Kempke(n) verwijst naar een verkleinwoord voor Kamp. Een kamp was in de regel een groter apart omheind gebied waar o.a. groenten werden geteeld. In Catsop heeft ook een dergelijke grote kamp gelegen, dat we later nog zullen behandelen. Hier was ook sprake van een kamp maar dan in een kleinere vorm. Namelijk “den Camp van de hof tot Catsop” (1695).
We nemen aan dat het Kempke (1695, “ Opt kemken “) hier zijn naam aan dankt.
De Hofweide
Tussen de straat “op de Dries” en het Kempken lag en ligt een weidegebied. Dit was de huisweide van de hof van Catsop en daarom “de Hofweide” genaamd.
De Gebranden Hof
Tegenover de Gellik op de hoek van de Daalstraat met het Kempken lag er een weiland welk “de Gebranden hof” werd genoemd. Waarschijnlijk heeft hier ooit een boerderij gestaan, die afbrandde maar niet meer herbouwd werd.
Afbeelding: Ut Kempke en de Hofweide in 1845. Langs het Kempke ziet men vanaf de Daalstraat een uiterst smal perceel gaan. We zijn beschrijvingen tegengekomen waarin het Kempke door de Gebranden Hof gaat. Men ziet ook de aansluiting in de kadastrale lijnen. De aanduiding hof geeft meer weer dan een standaard boerderij. Misschien heeft hier een grotere hoeve gelegen of zelfs mogelijk een voorganger van de huidige Catsopperhof.
De Gats op
Vanaf het punt waar het Kempken uitkomt in de Catsopperstraat heeft er ooit, in een boog, een gats (steeg) achter de huizen van “op de Dries” gelopen. Deze mondde uit naast de hof van Catsop uit in de straat “op de Dries” en fungeerde als afkorting tussen de Catsopperstraat en het Einde. Het is deze gats waaruit de naam Catsop ooit verklaard werd als zijnde afkomstig van “de gats op”.
Catsop in 1910.
Duidelijk is een (dan doodlopend restant) van de “Gats op” te zien.