Skip to main content

Historie

In de 90-er jaren heb ik in het Elsloose huis-aan-huis blad “de Wegwijzer” een serie gepubliceerd die ik “Over velden en wegen” noemde. In deze serie trachtte ik niet alleen toponiemen (lokale benamingen) te verklaren, maar ook de ontwikkeling tot heden met betrekking tot de wegen en velden rond Elsloo.

Deze serie is blijkbaar veel mensen in het geheugen gebleven, ook bij de redactie van elsloo.info. Zij vroegen mij of ik de serie niet opnieuw wilde publiceren op hun website. Hierin heb ik toe gestemd, alleen is de opzet iets anders.

Ik wil in de nieuwe rubriek niet alleen velden en wegen behandelen maar ook andere onderwerpen zoals de achtergronden van families, huizen, verenigingen  enz. maar zeker ook vragen van lezers over wat wij  “Aelserlogie” (alles aangaande Elsloo) noemen.

Het doel van deze rubriek is om de huidige generatie door meer te informeren over het verleden het besef bij te brengen dat het heden in de toekomst ook ooit als verleden de basis van het  heden zal zijn. Wij dragen aldus een grote verantwoording voor het heden van de volgende generaties.
Deze gedachten vormen de basis voor de in dit kader geplaatste rubrieken op elsloo.info. Met andere woorden: hoe is het zo gekomen en hoe zal het verder gaan?


Guus Peters
Streekhistoricus, Publicist en Gids

Geboren na 1979? Lees dit niet!
(dagblad De Limburger april 2006)

Dit gaat over mensen die geboren zijn vóór 1979. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat wij, geboren in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw, nog leven?Volgens de theorieën anno 2006 zouden wij toch al lang dood moeten zijn?

Wij zaten in auto's zonder veiligheidsstoeltjes, gordels of airbag. Onze bedden en speelgoed waren geschilderd met verf vol lood of cadmium. Boven aan de trap was geen hekje, wie te ver ging kukelde naar beneden. Als je wakker werd in bed hoorde niemand dat. En als er echt iets was moest je hard schreeuwen voordat je ouders het merkten.

Flessen met gevaarlijkse stoffen en alle apotheekflessen konden we gewoon met onze handjes en beperkte motoriek openen. Poorten en deuren gingen gewoon dicht en als je met je vingers ertussen zat, waren ze weg. Op de fiets zat je achterop met je gat op de bagagedrager en probeerde je vast te houden aan de schroefveren van het zadel voor je.

Water dronken we uit de kraan, niet uit een fles. Brood stond stijf van de conserveringsmiddelen. Na 2 weken was Bums nog net zo vers als in de winkel. Kleur en smaakstoffen moeten toen ook al bestaan hebben, want zo rood, groen of geel als die limonade toen was, zie je nu echt niet meer. Een kauwgum legde je 's avonds op het nachtkastje en stak je 's morgens weer in de mond.

Op school hadden ze maar één maat bank met zo'n heerlijke gevaarlijke klep eraan. Schoenen waren meestal ingedragen door broer, zus, neef of zo. En ook je fiets was of te groot of te klein. Een fiets had geen versnellingen en als een band kapot was, leerde je vader je zo snel mogelijk om hem zelf te plakken.

We gingen 's morgens weg van huis en we kwamen terug als de straatverlichting aan ging. Niemand wist in de tussentijd waar we waren en niemand had een gsm mee. Bos en park waren plekken om te spelen en geen vieze-mannetjes-verzamelplek. Als we naar een vriendje gingen, lipe je er gewoon naar toe; je hoefde niet aan te bellen en ook geen afspraak te maken om te komen spelen.

We aten ook al koekjes en kregen brood met veel boter en werden toch niet dik. We dronken uit dezelfde fles als onze vrienden en niemand werd er ziek van. We hadden geen Playstations, Nintendo, Xbox, 64 televisiezenders, videofilms, dvd surround sound, eigen televisie, computer of internet. Wij hadden vrienden.

De televisiezender begon pas om 18.00 uur. Dan kwam een uurtje wat leuks voor kinderen en o wee als je daarna durfde op te staan om op een knopje van een andere zender te duwen (die knopjes zaten toen nog aan het toestel vast) Pa bepaalde wat en hoe lang je daarna mocht kijken.

We hebben ons gesneden, botten gebroken, tanden uitgevallen en daar werd niemand voor naar de rechter gesleept. Dat waren gewoon ongelukken en soms kreeg je er ook nog zelf een extra pak slaag voor. We vochten en sloegen elkaar soms groen en blauw, er was geen volwasse die zich daar druk over maakte, laat staan een lieveheersbeestje voor op je jas knoopte.

Pedagogisch verantwoord speelgoed maakten we zelf. Met stokken sloegen we naar ballen, we bouwden zeepkisten en merkten onder aan de berg dat we de rem vergeten waren. We voetbalden op straat en alleen wie goed was mocht mee doen. Wie niet goed genoeg was, moest blijven kijken en leren omgaan met teleurstellingen.

Op school zaten ook domme kinderen. Zij gingen en kwamen op dezelfde tijd als wij en kregen dezelfde lessen. Zij deden soms een klas nog een jaar en daarover was ook geen discussie op ouderavonden. De meester had altijd gelijk.

We smeerden onze boterhammen zelf, met een grote mensenmes en als je ze vergeten was kon je op school niets kopen. Als je de korst niet at, had je de rest van de dag een beetje meer honger. We gingen met de fiets naar school, helemaal zelf. Ook in de winter. Als je moeder aan de huisdeur naar je zwaaide, was je een watje.

Als je problemen had veroorzaakt, waren je ouders het eens met de politie. Ze kwamen je wel halen, maar niet om je eruit te lullen. Onze daden hadden consequenties. Dat was duidelijk en je kon je niet verstoppen.

We hadden vrijheid, mislukkingen, succes en verantwoordelijkheid. We hebben moeten leren er mee om te gaan. Onze generatie heeft veel mensen voortgebracht die problemen kunnen oplossen, innovatief bezig zijn en daarbij risico durven te nemen en instaan voor de gevolgen. Hoor jij daar ook bij? Gefeliciteerd! Wij waren helden.

Geboren na 1979? Stronteigenwijs en toch doorlezen hè? Nu weet jij, zachtewattenkind, ook weer eens wat helden zijn!

  • Laatste update op .

De Keihelle # door Guus Peters

Dit stök is allein veur diegene die veur 1970 gebaore zeen. Die daonao gebaore seen mootte maer get anges gaon laeze.

Ich höb mich éns aafgevraog wie ut toch mögelik is dat veer die in de jaore 50 en 60 gebaore seen eigenlik nog laeve. Volges de theorieen van 2004 zouwe veer namelik allang dwat moote seen.

Es veer ens in eine auto zaote, wie de taxi van Sjeng Hermans, dan zaote veer zônger gordel, veiligheidssteulkes of airbag bie de pap of de mam op de schwat.
Deure ginge gewoon toe, en este d’r mit dien vinger tösche kaoms, woore ze blauw en heele ze se dich onger koud water. Koud water hilp auch altied bie bulte op, blauw plaatse, pitschblaore en geschaafd vel. Bie zwaore ongevalle songer blood pwénde de mam dich op de plaats. Van pien woorste hél.

collage1

 

Van maedjes hauwe ver gein verstendj en dao bleve ver wiet vanaaf. Die zaote trouwes neet bie oos op schwal maer aan de angere kentj van de moer op de maedjesschwal. Maer good auch ! Wie ze later zauwe gaon oetseen wiste veer toch waal, dat kooste ver seen in de Lach. Veur veurlichting zörgde veer ongerein. Later bleek pas dat ut toch allemaol net get anges inein zaot es veer dachte.

Op de fits zaotste achterop mit dien vot op de draeger en heelste dich vas aan de vaere van de zaal. Dien veut hinge in de loch en tookde af en toe taege de speike. Eine helm hauwe ze neet éns op eine bromfits, dan kalle ver neet euver eine helm veur op de fits.
Auch de fits waor of te grwat of te klein en trapde in nöge van de tjén kjér door (dat waor erg lestig in de massasprint en pienlik veur dien tere ongerdeile).
Eine fits hauw gein versnellinge en este eine bendj kapot hauws ljerde dich de pap zwao snel mögelik  dich dae te plekke.

Verkjersregels waore allein veur luuj in eine auto, kénjer heele fitswedstrijde gewoon midde op de Staasjewaeg. Ut peloton trok gewoon mit de naas nao ut veurraad de sprint aan. Taegekomende EBADbösse mooste maer stoppe.
Schoon en jés waore meistal al ingedraage door eine broor, zöster, naef of eine angere. Bie belangrieke einmalige gebörtenisse, wie ut trauwe van ein tant of noonk en begraafenis woore de kleijer geljend. De hauws gooj kleijer en doordewaekse kleijer. Lang breuk die dich te klein waore, woore soomers dien korte brook. Truije woore oetgeruffeld en opnuuts drie maote grwater gebreid.     

Veer höbbe oos gesneeje, knök gebraoke en tenj oetgevalle en neemes woor veur de rechter gesleip. Dat waore gewoon ongelökke en soms kreeg ste d’r noch ein extra pak slaeg veur.
Ver heeve oos mit die van Catsop en ongerein  tot ver greun en blauw waore.  D’r waor geine volwassene  dae zich dao drök om maakte, laot staon ein smoutwörmke op diene jas deeg. Ut enige wat dich beschermde waor de medailles van Lourdes, Scherpehövel, Kevelaer of  Banneux onger dien kleijer op die hummeke. (die kooste neet verleeze want es de knipspang aopesprong, hauwste dat snel in de gaate).

Verantwoord speelgood maakde veer zelf van stekke. Wie zwaarde en scheetgewaere. Veer boede racekerkes van kénjerwaage raajer en mirkten pas onger aan de Maasberg dat veer gein remme hauwe.
Veer voetbalden op straot bie ut kepelke en op de speelplaats van de Augustinusschwal. Allein dae good waor moch mitdoon. Wae neet good genoog waor mochde neet mitdoon maer stong ummer reserve of moos de bal oet de struuk of op straot haole. Dit waor om te ljerre omgaon mit teleurstellinge.

Oos bedde en speelgood waore geverf mit verf vol laod en cadmium (gein minsch wis wat dat waor). Boave aan de trap stong gein hekske, wae te wiet ging rolde of roetsjde op de vot nao onger.
Auch mootte toen al kleur en smaakstoffe bestange höbbe, want zwao rwad, greun of gael es de lemonaad van de Molenbron of 3-es toen waor höb ich noe nog nwats geseen. Prikkellemonaad prikkelde ech tot in dien naas, wharre en zelfs tot in dien vot.
Nao de tandarts gink ste es de opa of de pap de tendj d’r zelf neet oetkreeg of es de pien nao eine daag of veer noch neet euver waor.

Este wakker woors in bed whérde dat neemes en es d’r ech get waor mooste dich de lônge oetkweeke tot dich eine whérde. De beebiefoon waorste zelf.
Flesche mit gevjerlijk bietende spullen en medicien kreege veer gewoon mit de hénj aope en kooste ver bieeinschödde tot ut broeschde.
Eine  kauwgom (Belga of Bazooka van bie Jannes de bekker) plekde ste s’aoves gewoon op dien bed en stook ste s’mörges weer in diene mondj. Rauke deech eederein en eedere noonk leet dich waal ens aan de piep of sigaar trekke. Auch leete diezelfde dich ens aan ut beer drenke of zelfs aan ut dröpke preuve. Mit ein bitje gelök kreeg ste ein flesjke donker beer of maakde ze dich ein sneeuwwitje.

Nao eine vrundj leepe veer gewoon heen. Veer hoofde neet te belle of afspraok te maake, dao ging auch geine volwassene mit dich mit brenge. Of kaome bie-ein bie ut kepelke onger in ut Törp of aan ut Heilig Hart.
De bosch, kanaal en Maas waor ein plaats om te speele en gein plaats veur vieze mennekes.  En es ver die ens taegekaome, dan probeerde veer zwao snel wie mögelik  bie um te kome om um ens door te laote. Scheepe in de knaal waore veur op te kroepe en vaaf te duuke. Taar deegste mit boter van dien vel aaf. Buim waore om wiet te kenne kieke.

Zwömme in de Maas waor neet gevjérlik omdat ste ongevjér wis woo ut  waal of neet koos. Ut water waor neet vervuild omdat ste noch ummer d’r doorhaer koos kieke auch al ginge de vesj kapot.
Auch waor de loch zuuver. De pasveer-sloot koos waal ens stinke en de stöb van de koel  sloog op de wesj en op de vinsterbank maer dat wherde debie. Van de koel mooste veer noe einmaol allemaol laeve.
Veer oote keukskes en brwad mit völ boter en woore toch neet dik. Eine Hamburger waor eine pruus dae in Hamburg woonde. En Mac Donalds waor eine Schot oet ein Suske en Wiske book. De snacks van Sjeng van de Pluus waor ein knakwoos, eine braodjherring of rolmops. Veer dronke oet dezelfde flesch es oos vrunj en neemes woor dao krank van.

Ein keulkas of diepvries bestong neet en soms smaakte de melk raar of sloog ut vleisj  ein bitje blauw oet. Dat woor neet es ein probleem geseen. Auch in greunte oet de tuin kaomste vanalles taege wat de maag schoerde van keezel tot rupsje. Schummel zaot allein aan de boetekentj en koos mit ein mets weggehaold waere. Veer smaerden oos eige boterhamme. Este de koos neet lösde hej ste de res van de daag gewoon ein bitje mjé honger.
Centraal verwerming en boiler hauw neemes. Gewesche woor ste in ein koep veur de haard, al of neet in ut water van diene broor of zöster. Afgespeuld woorste mit water oet de kaetel op de haard. Dat koos of gloeijend heit of noch ieskoud seen.

Allein de köke en de kamer waore werm. Jeste in bed laog, waor ste in de wèntjer al hauf bevroare. Zeeker este noch effe euver eine kauwe tegelvloer nao de kauw WC moos gaon. Dekbedde hauw neemes. De laogs onger ein stapel dekkes en es ut ech koud waor lagte ze dich nog eine jas debie.
Veer ginge s’mörges weg en kaome truk es de straotlampe aanginge. Neemes wis woo ver oetgehange hauwe. Veer hauwe geine GSM bie oos !
Water dronke ver oet de kraan neet oet ein flesch. Spa waor ein plaats in de Ardennen. Brawd stong stief van de conserverings-middelen, nao twje waeke waor Bums en Ovis roggebrood noch net zwao vees es in de winkel.

Op ut brikkewerk  en in de Slakberg stooke veer vuurke wager es ver zelf waore en brande oos de klauwe. Ein staokvergunning bestong neet. Plestik waor get nuuts en ut brandde tot ut verrekde.  Ut beste brandde ut mit aafgetapde olie , of es ut drin zaot, petrol. Ut stinke nao de rauk veel neemes op.
Bumkes waore handgranaten in ongerlinge vrundjschapplijke aorlogen tössche cowboys en indianen. Wobie veer ut toch neet kooste laote om oos mit de vijand flink vrundjschappelik te hauwe.

Veer hauwe geine Playstation, Nintendo, X-box, 64 televisiezenders, DVD's, surround sound, eige televisie, computer of Internet. Veer hauwe vrunj ! De televisie begoos  pas om 18.00 uur. Dan ginste bie de bure of de opa en oma of wae dan auch televisie hauw kieke. Dan kaom, in zwart wit,  Barend de beer en de Flintstones, Bonanza of Ivanhoe. 

Och god es eine durfde op te staon om op ein knupke te duuje (die zaote toen noch op televisie zelf) . Sommige hauwe ein drejbaar atten en mooste eedere zender zeuke. Es onwaer in de loch waor, hauwe ver snjé en de luuj die ein vaste atten hauwe, hauwe altied snjé. Pauze koos oetlaupe tot ein oer, dan zaogste niks.

De populaerste zender waore de pruusse. Biegevolg dat veer allemaol al Duitsch kooste veurdat veer nao de middelbare schwal ginge. De pap bepaalde wie lang veer mochte kieke. Veur kleuretelevisie ging ste s’aoves kieke  bie Jos van Haes in etalage. Bie belnagrieke sportwedstrijde stong dan hauf Aelse  dao op de straot.
Op schwal zaote auch minder schlum kenjer.  Die kreege dezelfde lesse es eederein.
En bleeve ummer zitte. Sommige hauwe al ein bitje baard en snor wie ze van de ljeggere schwal aafginge. Dao waore gein discussies op auweraovende en de meister hauw altied geliek.

Op de schwal hauwe ze maer twje maote banke völ te klein en völ te grwat. Mit eine schwanne klep dae dich op diene kop op of dien vinger koos valle. Zaoterdig s’mörges ginge veer noch nao schwal.
Veer ginge nao de schwal mit de fits of te voot, gans zelf mit anger kénjer. Egaal wat veur ein waer ut waor.  Es de mam in de deur op dich wenkde waorste al ein weik eike.
Este in de probleeme waors gekome en op ut peliesje bureau op de Nuuje waeg zoats, kaome de de auwers dich waal haole maer neet om dich droet te kalle. Meistal waore de pap en de mam ut waal mit Welbers ens.

Onger deens woor eine kael van dich gemaak om de Russe taege te hauwe die oos allemaol wauwe opvraete. Dao ljérde ste auch van Limburg en Aelse te hauwe.
Wat veer deege hauw gevolge. Dat waor duudelik en de koos dich neet verstaeke. Veer hauwe vriehied en kende taegeslaeg , succes en drooge verantwoordelikheid. Veer höbbe mit die denger moote ljerre om te gaon. Oos generatie haet völ luuj opgeleeverd die probleeme kenne oplosse, innovatief bezig te seen, hiein risiko durve te numme en veur de gevolge op te kome.

Bes dich auch zwao eine ? Proficiat, veer waore helde !!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Guus Peters, eine keihélle oet ut Törp, zomer 2005

LAGuusPeters

  • Laatste update op .
  • Afbeeldingen | Bronnen ©: CHV Graaf d’Arberg

De cultuurhistorische vereniging graaf d'Arberg (afgekort: CHV Graaf d'Arberg), is opgericht op 29 mei 2012. 

Het doel van de vereniging is:
• Het in stand houden van een geüniformeerde groep genaamd regiment Graaf d’Arberg.
• Het in stand houden van een toneelgroep, die de grafelijke familie d’Arberg rond het jaar 1765 bij zo getrouw mogelijk tracht uit te beelden.
• Tevens streeft de vereniging er naar om de Limburgse tradities in stand te houden.

Historische achtergronden
De historische achtergrond van beide groepen is gebaseerd op de geschiedenis van de graven d’Arberg. Deze adellijke familie was van 1630 tot de komst van de Franssen in 1794 de bezitters van de Vrije Rijksheerlijkheid (Baronie) Elsloo en bewoonden het kasteel Elsloo. De uitbeelding is gefixeerd op het jaar 1765.
De graven d’Arberg was een geslacht van hoge ambtenaren en militairen. Zelf hadden ze een eigen regiment soldaten onder Oostenrijkse vlag, het infanterie regiment d’Arberg, IR55.
Het was een familie van aanzien, die een hoge stand voerde en diverse kastelen en plaatsen bezat.

Kasteel Elsloo

Oostenrijks Zuid-Limburg

Dat zij in Oostenrijkse dienst stonden is op zich niet vreemd. In de 18e eeuw was het Oostenrijk onder de Habsburgers een imperium bestaande uit diverse volkeren en dat zich uitstrekte van de Rusland tot aan de Noordzee.
Ook de na de 80 jarige oorlog “Spaans” gebleven delen van de Nederlanden (Luxemburg, België maar ook delen van Limburg) waren sinds 1713 onderdeel van dit uitgestrekte rijk.
Het is het tijdperk van barok en rococo, van Maria Theresia en haar man Keizer Frans van Lotharingen maar ook het tijdperk van almacht van kerk en adel, uitbuiting en Bokkenrijders.

Het logo van CHV Graaf d’Arberg symboliseert haar achtergrond. Het is opgebouwd uit het wapen van de familie d’Arberg, de keizerlijke dubbele adelaar (als verwijzing naar status van Vrije Rijksheerlijkheid) en de ster uit de vlag van Elsloo.

Werkgebied
Hoewel de vereniging statutair gevestigd is in Elsloo en ook de historische verantwoording gebaseerd is op de heren, kasteel en dorp Elsloo, wil de vereniging haar werkgebied hierdoor niet laten inperken. Nadrukkelijk ziet zij als werkgebied de Euregio en de vroegere Oostenrijkse landen. Ook deelname aan de vereniging staat voor iedereen (ook buiten Elsloo) open. De enige eis die gesteld wordt, is dat men gemotiveerd is.

 

Op de video een kort fragment van het Bokkenrijdersfestival te Wijnandsrade 2012, waar een combinatie van de historische regimenten Los Rios uit Schinnen en regiment d'Arberg uit Elsloo langs marcheren. Met dank aan Aloysius Kruiden. 

Meer informatie
Mocht u interesse in onze vereniging hebben, dan kunt u contact opnemen met ons secretariaat:
Guus Peters, Dorpstraat 11, 6181 GW Elsloo
Tel: 046 4378727       
E-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Voor historische achtergronden van de heren van Elsloo, kasteel en dorp: www.elsloo.info/historie

U kunt de folder hier ook downloaden in een printbare versie »

Foto-album 

Klik op eerste afbeelding, die vervolgens in een zogenaamde "lightbox" opent en dan kunt u door het hele album bladeren.

  • Laatste update op .

Achtergronden Stichting Graaf D’Arberg

  • Afbeeldingen | Bronnen ©: Regiment d'Arberg, Guus Peters, Wikipedia

De doelstellingen van de Stichting Graaf D’Arberg zijn formeel: 
Het in stand houden van enerzijds een geüniformeerde groep genaamd Regiment  Graaf D’Arberg met de kleding en aanverwante objecten die het jaar 1765 benaderen. En anderzijds een van historiserende kleding en accessoires voorziene groep, genaamd Grafelijke Familie D’Arberg die samen met voornoemd regiment het leven omstreeks 1765 kan uitbeelden. Daarnaast heeft de stichting ten doel dat een zo breed mogelijk publiek op een zo historisch verantwoord mogelijke wijze over de genoemde geschiedenis geïnformeerd wordt, om daarmee een belangrijk deel van het cultuurhistorisch erfgoed te bewaren en eventueel te promoten, zulks in de meest uitgebreide zin.

De samenwerking Elsloo-Schinnen
Hoewel de dorpen Elsloo en Schinnen twee verschillende streken, met verschillend landschap en verschillende achtergronden zijn, hebben ze ook overeenkomsten:
Beide dorpen kennen een zeer oude, rijke historie en men deelt een gezamenlijk algemeen verleden. Een heel belangrijk deel dat ze samen delen zijn de Bokkenrijders en hun relatie met de Oostenrijkse Nederlanden. Veel Limburgers van nu weten niet dat grote delen (die in het algemeen de Spaanse Nederlanden worden genoemd ) van het huidige Zuid-Limburg van 1713 tot de komst van de Franssen in 1795 behoorden tot de Zuidelijke Nederlanden die onder Oostenrijks bestuur stonden. De legendarische Keizerin Maria Theresia heeft dus ook Limburgse onderdanen gehad en Wenen was hun hoofdstad. Oostenrijk was toen ook niet het kleine landje aan de Donau van nu, maar een imperium dat zich van de Balkan tot aan de Noordzee uitstrekte.

De Oostenrijkse gebieden zijn oranje gekleurd. Kaart omstreeks 1740

De Oostenrijkse Nederlanden waar ook grote gebieden van het huidige Zuid Limburg deel van uitmaakten. Maar ook delen van midden en noord Limburg, hoorden er bij. Opvallend is dat het Oostenrijkse hoofdstuk nauwelijks in de publicaties over Limburg ter sprake komt.

De Oostenrijkse gebieden (ofwel Spaanse landen genoemd) in Zuid Limburg, volgens Prof. Anton Blok.

De legendarische Keizerin Maria Theresia had ook onderdanen in Limburg (afbeelding Wikipedia)

Haar soldaten kwamen uit het gehele rijk ook uit de Zuidelijke Nederlanden.

Zie afbeeldingen ⇢

Tussen deze lappendeken van gebieden lagen ook Vrije Rijksheerlijkheden zoals Elsloo en Stein waarvan de kasteelheren zoals de D' Arbergs en de Kinsky's eigenaren en aanvoerders waren van regimenten soldaten in Oostenrijkse dienst en bestuurlijk sleutelposities bekleden. Zie ook onze artikelen over de Heren van Elsloo ⇢

Schinnen was o.a. met Geleen en Hoensbroek onderdeel van Oostenrijk. Los van elkaar raakten Frits Schoonbrood en Guus Peters bevangen door een zeer fascinerende periode in de historie van Limburg, de 18e eeuw. De eeuw van de barok en rococo, de verlichting, muziek, cultuur, het bouwen van rijke kastelen, kerken en grote boerderijen. Gebouwen die de dorpen en landschap tot op de dag van vandaag sieren. Maar zeker voor onze streek, is het ook de eeuw van oorlogen tussen de Oostenrijkse Habsburgers, de Pruisen en Franse Bourbons. Maar ook het tijdperk van groter wordende tegenstellingen tussen rijk en arm, verzet en onderdrukking en de Bokkenrijders.

Onafhankelijk van elkaar kregen Frits en Guus steeds meer inzicht in de samenhang van het bestuur met de Oostenrijkers die tussen 1713 en 1795, als opvolgers van de Spanjaarden, de zuidelijke Nederlanden bestuurden en dus ook een groot gedeelte van het huidige Zuid Limburg. Een periode die maar zeer sporadisch in de Limburgse geschiedenis vernoemd wordt, maar toch bijna een eeuw geduurd heeft. Verder de rol van de lokale kasteelheren van de heren van de Vrije Rijksheerlijkheden langs de Maas, zoals Elsloo en Stein.

Ledenlijst (jonge) Schutterij tot Elsloe

Toen Guus Peters op zoek was naar informatie over de "Schutterije van Elsloe " anno 1775 met de bedoeling de mogelijkheden te onderzoeken tot heroprichting ervan, was Frits tegelijkertijd bezig met de verfilming van het proces van een Bokkenrijder. ⇢ klik hier voor de artikelen betreffende de Schutterij van Elsloo
In wezen waren ze beide los van elkaar onbewust bezig met het onderzoeken van de mogelijkheden van re-enactment. Dit is het zo getrouw mogelijk naspelen van de historie in authentieke kleding.

Ze ontmoeten elkaar doordat Guus naar aanleiding van een krantenartikel over de verfilming van het bokkenrijderproces contact met Frits zocht over de herkomst van de gebruikte kleding. Inmiddels heeft e.e.a. al in samenwerking geresulteerd door het organiseren van de herleving van de grafelijke familie D'Arberg in 2010 op kasteel Elsloo. Maar ook in het ontdekken van een stuk gemeenschappelijke Oostenrijkse militaire geschiedenis. Zo blijken de D'Arbergs een Oostenrijks infanterie regiment in eigendom gehad te hebben en heeft de hele schutterij van de Schinnense kasteelheren zich in Oostenrijks uniform gehesen.

Verfilming proces Bokkenrijder te Schinnen 

Grafelijke familie D’Arberg, 2010

Waarom Regiment D ‘Arberg
Tot 1794, toen de Franssen ook onze streek bezetten, kende Elsloo als kasteelheren de machtige familie D 'Arberg (zie ook onze artikelen over de Heren van Elsloo). Zij bekleedden niet alleen hoge functies in de regering van de Oostenrijkse Zuidelijke Nederlanden in Brussel, maar waren tevens eigenaar van een Regiment soldaten in Oostenrijkse dienst, het IR 55, Regiment D 'Arberg.

De kleurstelling van de Regimenten D’Arberg was Rood/Wit, na 1767 Lichtblauw/Wit. Wij kozen voor Rood/wit en als uitgangspunt het Regiment in 1765. Bekijk afbeeldingen ⇢ 

De rol van de D’Arbergs en hun regimenten zowel politiek als militair in de Zuidelijke Nederlanden en Oostenrijk en de culturele ontwikkelingen in de 18e eeuw, bied de organisatie aanknopingspunten om op een breed terrein invulling aan haar doelstellingen te geven en deel te nemen aan activiteiten die grensoverschrijdend zijn. De historie en het dorp Elsloo zijn hiervoor het uitgang- en vertrekpunt.

In Oostenrijk / Tsjechië bestaan al diverse heropgerichte Oostenrijkse Regimenten. Zoals het Regiment Wied Runkel, bekijk hier hun fotogallerie ⇢

18e eeuwse afbeelding van Oostenrijks Regiment met blauwe kleurstelling ⇢ klik hier

De basisgedachte is om in eerste instantie een harde kern te formeren anno 1765, in originele uniformen van het regiment D'Arberg. Hiervoor zullen mannen in de omgang met wapens getraind te worden, exercitie, discipline etc. Naargelang de in te vullen activiteiten en belangstelling kunnen de groepen verder uitgebouwd worden. Voorop staat dat alles historisch verantwoord is en men er plezier in heeft.
De bedoeling is om te starten met een basisgroep van 15-20 personen en een gelijke groep op afroep voor de uitbeelding van de Grafelijke familie.

De gebouwen de historie, alles is in Limburg aanwezig om juist deze periode te gebruiken voor re-enactment. Momenteel onderzoeken wij mogelijkheden tot het oprichten van een groep mensen die aan hun plannen mede uitvoering willen geven. Wat Frits en de zijnen in Schinnen doen, doen Guus Peters en Wim Thomassen in Elsloo. Beide groepen zullen onafhankelijke organisaties zijn, maar het tijdvak en de kleding worden op elkaar afgestemd. Zodat men bij gelegenheid beide groepen een geheel kan vormen. Niet alleen het authentiek uitbeelden van het dorps- en kasteelleven in de 18e eeuw, maar ook de uitbeelding van het 18e eeuwse Oostenrijks militaire element in Limburg (en grensoverschrijdend) is een doelstelling. Te denken valt aan deelname aan re-enactment evenementen en historische stoeten. De organisatie zal zich verder ook bezig houden met de Limburgse tradities in hun eigen dorp zoals kamerschieten, meiboom plaatsen, cramignondansen, bronk vieren etc.

Meiboom (Mei-den) plaatsen (afb wikipedia)

Cramignon-dansen in Eijsden (afb wikipedia)

Maar ook erewachten, saluutschoten etc. zijn hier onderdeel van. Voor dit doel hebben beide onderzoekers een diepgaande studie gemaakt van het leven, het Oostenrijkse leger en de volkstradities uit de 18e eeuw. We hopen dat door ons initiatief er in meer plaatsen soortgelijke groepen (tijdvak 1750-1800) opgericht zullen worden. Hoe meer groepen er kunnen samenwerken en kennis en materiaal kunnen delen, hoe groter de evenementen en de uitstraling daarvan kunnen worden. Een en ander in nauwe samenwerking met andere dorpsverenigingen.
Ook aan het toerisme, een van de belangrijkste economische peilers in Limburg, kunnen historische, kwalitatieve evenementen een bijdrage leveren. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat authentieke cultuuruitingen aantrekkelijk zijn voor toeristen.

Het geslaagde Salut Segietere op 19 juli 2011 is een voorbeeld van levende geschiedenis op Limburgse bodem. Ook bewezen de duizenden bezoekers dat voor deze activiteiten publieke belangstelling bestaat. Fotopagina ⇢

Verder ziet men een rol in een bijdrage aan de leefbaarheid van kernen. Een sterke vereniging is ook een sociale ontmoetingsplek en de activiteiten ervan draagt bij aan de levendigheid van een gemeenschap. We willen dus duidelijk het mes aan meerdere kanten laten snijden. Het zal allemaal niet vanzelf gaan, maar we werken hard aan samenwerking binnen de Westelijke Mijnstreek en aangrenzende Eur-regio en hopen dat een goed voorbeeld zal doen volgen.

Voor deelname hoeft men overigens niet uit Elsloo of Schinnen te komen, voor ons telt de motivatie niet de herkomst van personen. Ook leggen we geen grenzen aan leeftijden, we hebben medewerkers van jong tot oud, mannen en vrouwen nodig en geven iedereen de gelegenheid naar beschikbaarheid een rol in te vullen. Verder hoeft niet iedereen naar buiten te treden, ook voor het onderhoud van kleren en materialen kunnen we mensen gebruiken. We willen ook een "warme" vereniging zijn waar de mensen zich thuis voelen door een sociale band met elkaar verbonden voelen.

Eigenlijk is het de aloude Limburgse dorpscultuur in een modern jasje, waarin voor iedereen die gemotiveerd is om mee te doen plaats is, ongeacht zijn woonplaats. Na een diepgaande studie van 18 eeuwse kleding en stoffen -tot in Wenen toe- heeft Astrid de vrouw van Frits met veel toewijding twee uniformen van het Regiment D 'Arberg vervaardigd welke onlangs op het Schuttersfeest van St Sebastiaan in Schinnen werden gepresenteerd.

 
Guus Peters, Frits Schoonbrood, Wim Thomassen in de uniformen van Regiment D’Arberg. Aan uniform ontbreken nog de riemen, tassen en originele beenstukken.
 
  • Laatste update op .

De Conincx

  • Afbeeldingen | Bronnen ©: Margareth van der Voorden, deconincx.nl, Historiehuis van de Maasvallei, Streekmuseum Elsloo, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Van 1995 tot 2021 bestierden Margareth van der Voorden en Ruud Benne het restaurant De Conincx. Voor hun inmiddels opgeheven website hebben ze destijds de historie van het pand beschreven. We maken er dankbaar gebruik van om een van de oudste en mooiste panden van Elsloo in het zonnetje te zetten. Daarbij hebben wij de tekst van Ruud uit de jaren 90 grotendeels ongewijzigd gelaten.

Intro
"De Conincx" heeft van oudsher dienst gedaan als woonhuis, later als café en restaurant.
De huidige eigenaren Roger, Gislaine en Yves hebben het pand van binnen grondig gerenoveerd en hebben er hun prachtige eigen thuis van gemaakt.  Maar ze wilden anderen ook laten genieten van dit unieke huis en de omgeving, dus hebben ze een deel omgebouwd tot een sfeervolle vakantiewoning met moderne voorzieningen.
Deze woning heeft een eigen parkeerplek en ingang op de binnenplaats. De begane grond herbergt een keuken met authentieke tegelvloer, vakwerkwanden en hoog eiken plafond. Op de eerste verdieping is een gezellige woonkamer met oudste vakwerkwanden (leem en stro) en een knusse sfeerhaard. De aangrenzende slaapkamer biedt zichtbare oude eiken gebinten en een luxe badkamer en suite. De achtergevel grenst aan de tuin met mooi uitzicht op het kasteelpark en is van mergelstenen. 

Meer info op deconincx.nl ⇢ 

conincxlogo achtergr

Elsloo DeConincx 2023

Foto: het pand in 2023, na grondige binnen renovatie en schilderwerk

De Conincx front

Foto: Fons Verhoeve iov Margareth van der Voorden v/h Restaurant De Conincx. Het pand omstreeks 2018.

30.782 fotograaf G.Th Delemarre Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Elsloo Conincx 1965

Foto: het pand anno 1965. Fotograaf G.Th. Delemarre, Document 30.782, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Over het pand

De Conincx is gevestigd in een eeuwenoud monumentenpand in het hart van Oud-Elsloo. Uit de archieven blijkt dat de oudste delen van het pand dateren van ongeveer 1450. Het pand kunnen we gerust rekenen tot de oudste huizen van Elsloo.

Veel panden in de oude kern van Elsloo zijn ouder dan ze van buiten lijken. Dit is ook hier het geval. De buitenkant - met een voorgevel in Maasland-Renaissance-stijl - oogt als een pand uit het begin van de 17de eeuw. Dit ligt voor de binnenkant anders. De balkconstructies verraden de aanwezigheid van een middeleeuws vakwerkhuis. Nooit afgebroken, maar door Jan Conincx en zijn nazaten omkleed met een stenen gevel. Ook de schoorstenen duiden op een ingrijpende opwaardering van het pand in de 17de eeuw.

Het pand ademt de sfeer van een eeuwenoude herberg. Toch is er pas sinds de 60-er jaren een café gevestigd. Toen alleen nog in de ruimte van de huidige bar en open haard, aan de straatzijde. Tijdens een verbouwing in de 60-er jaren werd de monumentale open haard (uit 1655) ontdekt. Vanaf dat moment is het pand officieel rijksmonument.

Tijdens een volgende verbouwing eind 1995 is er een verbinding gemaakt tussen de barruimte, waarvan de unieke sfeer gehandhaafd is, en het aangrenzende voormalige woonhuis (voorheen Dorpstraat 28a), dat in oude staat is teruggebracht. Sinds lange tijd vormt het pand nu weer een geheel, nadat in vroegere jaren er wel 4 gezinnen in aparte delen hebben gewoond. De eenheid is hersteld.

Het pand kent een schitterende kelderpartij. Aan de straatzijde een mergelgewelf, dat twintig meter naar de achterzijde bovengronds komt. Van de kelders tot het dak is het één brok historie.

Lees meer …De Conincx

  • Laatste update op .