Skip to main content

Historie

In de 90-er jaren heb ik in het Elsloose huis-aan-huis blad “de Wegwijzer” een serie gepubliceerd die ik “Over velden en wegen” noemde. In deze serie trachtte ik niet alleen toponiemen (lokale benamingen) te verklaren, maar ook de ontwikkeling tot heden met betrekking tot de wegen en velden rond Elsloo.

Deze serie is blijkbaar veel mensen in het geheugen gebleven, ook bij de redactie van elsloo.info. Zij vroegen mij of ik de serie niet opnieuw wilde publiceren op hun website. Hierin heb ik toe gestemd, alleen is de opzet iets anders.

Ik wil in de nieuwe rubriek niet alleen velden en wegen behandelen maar ook andere onderwerpen zoals de achtergronden van families, huizen, verenigingen  enz. maar zeker ook vragen van lezers over wat wij  “Aelserlogie” (alles aangaande Elsloo) noemen.

Het doel van deze rubriek is om de huidige generatie door meer te informeren over het verleden het besef bij te brengen dat het heden in de toekomst ook ooit als verleden de basis van het  heden zal zijn. Wij dragen aldus een grote verantwoording voor het heden van de volgende generaties.
Deze gedachten vormen de basis voor de in dit kader geplaatste rubrieken op elsloo.info. Met andere woorden: hoe is het zo gekomen en hoe zal het verder gaan?


Guus Peters
Streekhistoricus, Publicist en Gids

Deel 4: Meers, de oudste dijk

De prijs van de Maas
De nabijheid van de Maas heeft ook altijd met zich meegebracht dat men zich met dijken tegen overstromingen moest beschermen. Of men dat van begin af aan heeft moeten doen is de vraag. Eerder beschreven we al dat de Maas de mogelijkheid had om de stroom over meerdere takken te verdelen. Wellicht hadden de toenmalige dorpen, die uiteraard ook op de hoogste punten lagen, helemaal geen dijken nodig. Met het inperken van de rivier stuwde ook steeds meer water over een kleiner wordende oppervlakte en steeg dus en moest men zich aanpassen aan de nieuwe situatie door het leggen van dijken, die in eerste instantie overigens vrij laag waren. Hierbij ging het meer om de kracht van de stroom te breken om afspoeling tegen te gaan dan werkelijk het water buiten te houden. Het kwelwater kon men namelijk niet keren en men was ingesteld op periodiek bezoek van de Maas. Daarbij lagen de meeste huizen op de hoogste gedeelten in het Maasdal.

Een overstroming had ook een voordeel. De landerijen werden dan met een vruchtbare laag slib bedekt. Nu is het slib vervuild maar toen was het een welkome bemesting aangezien men, tot in de 19e eeuw, aangewezen was op stalmest. Het Maasdal was hierdoor zeer vruchtbaar, vandaar de constante bewoning ondanks de nadelen van de rivier.

Gingen overstromingen gepaard met zeer hoge waterstanden al of niet samen met kruiend ijs, dan was men weerloos en werd er grote schade geleden. Dit was de prijs voor het wonen langs de Maas. Voor Meers is die prijs heel hoog geweest. In het begin van de 18e eeuw was de bevolking van Meers door de verwoestingen van de Maas zo verarmd dat men niet meer aan de op hun landerijen (voor zover ze nog bestonden) rustende lasten niet meer konden opbrengen en hiervan door de Heer van Elsloo vrijgesteld werden. Het moet toen wel heel erg met Meers gesteld zijn geweest, want vrijstelling van lasten was toen hoogst ongewoon.

Afbeelding: De “vogelvlucht” kaart uit 1628 van Rekem geeft geen echt duidelijk beeld van Meers. Toch kan men e.e.a. afleiden. De Maas stroomt vrij recht (de S bocht heeft zich nog niet gevormd) en dicht langs Kotem. De Kotemerweerd heeft de toevoeging aanwas, hetgeen duidt op een recente aanspoeling. Er is nog een behoorlijke afstand tussen het kasteel van Stein en de Maas. Meers bestaat uit een kern en ligt achter een dijk (geel) die loopt vanaf de Scharberg de rivier volgend tot ruim achter het dorp. Deze dijk wordt aangeduid als de “oude dijk van Meers” een nieuwe is echter niet ingetekend. Voor die dijk ligt een gebied dat lijkt op een aanwas. Waarschijnlijker is dat dit het tegengestelde is, een afspoeling. Vandaar ook misschien de benaming “oude dijk”. Die naam kan er later zijn ingezet nadat de dijk ten onder ging terwijl de dijk nog bestond toen de kaart vervaardigd werd. Ook is de ligging het dorp dicht bij de hellingen van de Scharberg getekend. Hoeve de Weerd ontbreekt (bestond die toen wel ?) . Waarschijnlijk wordt hier de situatie weer-gegeven die bestond vlak voor de grote afspoelingen waarvan de 6 ouden van dagen getuigden.

De oudste dijk
Hoewel men al vanaf ca 1450 tegen de Maas vocht en voornamelijk op de Lindendries, wijst er alles op dat de situatie rond de helft van de 17e eeuw in een keer is verslechterd. In de archieven vinden we rond 1650 diverse kaarten en beschrijvingen die betrekking hebben op een koerswijzing tussen Geneuth en Meers. Belangrijke jaartallen zijn 1642 en 1643 (januari) in beide jaren vinden er grote overstromingen plaats en worden door de Maas overal in het Maasdal grote verwoestingen aangericht. Ongetwijfeld moeten we in die jaren ook de verandering bij Meers plaatsen. Waarschijnlijk is in 1643 de Maas doorgebroken, heeft de oude kern (de reghte Dorpstraete) afgespoeld en is bij Geneuth een andere koers gaan volgen. Vandaar ook de weerslag in de archieven die wijzen op een aanpassing aan een nieuwe situatie. Niet alleen bij Meers hebben toen grote veranderingen plaatsgevonden, maar ook noordelijker bij Berg aan de Maas en Stokkem heeft de rivier in 1642 een andere koers genomen en o.a. het oude Obbicht weggespoeld.

Afbeelding: Uitvergroting van de oude dijk van Meers op de kaart van 1628. De dijk volgt de Maas.

Afbeelding: Groot Meers 1930.
Langs de Grote Straat in Meers is nog duidelijk een strook zichtbaar wat een onderdeel van de oude dijk kan zijn geweest. De oude naam voor de Dijksteeg, “op ’t Diekske” , doet vermoeden dat ook dit tot de oude dijk behoorde. Maakt men een vergelijk met de kaart van 1628 dan zou het aangeduide gedeelte nog maar de helft van de oorspronkelijke lengte uitmaken. Ook ligt het dorp in 1628 niet aan het uiteinde van de dijk maar meer richting Scharberg. We moeten hier wel aantekenen dat de gemaakte vergelijking zoveel waarde heeft als de betrouwbaarheid van de kaart.

Foto: Guus Peters

Foto: De bocht in de Grote Straat. Links langs de huizen ligt een lichte verhoging met een oude knotwilg. Deze verhoging met knotwilg is waarschijnlijk een laatste zichtbaar restant van de oudste dijk van Groot Meers en met de aangrenzende huizen wellicht het oudste deel van het huidige Grote Meers.

Afbeelding: Met het nodige voorbehoud, denken we dat de oudste dijk ongeveer verlopen heeft zoals we deze in blauw hebben aangegeven. Met rood hebben we het gebied aangegeven waarin we vermoeden dat de oudste aaneengesloten bebouwing van het huidige Groot en Kleine Meers heeft gelegen. De nabije dijk van Kotem hoeft hier overigens niet identiek te zijn met de dijk op de kaart van 1628. Tevens moet men er rekening mee houden met het feit dat de Scharberg hier toen verder het Maasdal inschoot.

Tweeling dorp
Tot zover de geschiedenis van het oudste Meers geschetst naar de huidige kennis van zaken. Rest ons er op te wijzen dat er in de buurt een dorp bestaat dat opmerkelijk veel overeenkomsten met Meers heeft. Dat dorp is het Belgische Kotem. Heeft Meers op de Lindedries de strijd tegen uitspoeling van een Maasbocht gevoerd, Kotem heeft dat tegen de opschuivende Maas vanuit de beemden van Elsloo gedaan. Zag Kotem zijn grondgebied door het opschuiven van het eerste deel van de S-bocht groter worden, Meers had zag dat gebeuren door het opschuiven van de tweede helft richting Maasmechelen. Ook dit dorp is net als Meers vaak kopje onder gegaan ten gevolge van dijkdoorbraken. We weten echter niet of Kotem net als Meers ook veel huizen verloren heeft en ook opgeschoven is. Het tragische in deze is dat de maatregelen die het ene dorp moest nemen om zich tegen de veranderende Maas te beschermen problemen voor het andere opleverde. Legde de ene een dijk, dan betekende dat een verhoogde waterstand voor de ander en moest die zijn dijken ook weer versterken wat weer aan de andere kant hoger water opleverde. Bij grote overstromingen was het de redding van de een als bij de ander de dijk brak en het water zich kon verspreiden over een groter gebied. Deze ontwikkeling is de achtergrond van de strijd tegen de Maas door Kotem (lees Rekem), Elsloo, Stein, Meers maar ook Maasmechelen.

  

Afbeeldingen: 1847 Kotem en Groot Meers naast elkaar. Frappant is niet alleen de overeenkomst in omvang maar ook hebben beide een hoofdstraat (Grote Straat) die haaks op de rivierdijk staat, kennen deze straten beide een dijkrestant en hebben ze beide in het midden een verbreding met een zijweg. De dorpen zijn in hoge mate elkaars spiegelbeeld.

  • Laatste update op .

Deel 3: Meers, de ligging

Men is gauw geneigd om de ligging van Meers te idealiseren, een landelijk dorp gelegen in de bocht van een rivier is op een zomeravond inderdaad een idylle. De mensen van Meers kennen echter ook terdege het andere gezicht van de Maas; namelijk dat van de belager welke keer op keer pogingen heeft ondernomen om Meers van de aardbodem af te vegen. De laatste overstromingen getuigen hiervan.

Hoe groot ook de overlast hiervan was, toch is dat niets tegen hetgeen hun voorouders in de voorgaande eeuwen is aangedaan. Meers is zelfs een paar keer bijna voorgoed in de Maas verdwenen……..maar er steeds bovenop gekomen.
Juist dit gegeven boeide ons bij het doornemen van de archieven steeds meer, niet alleen de feiten telden maar nog meer de bewondering voor de mensen die met een enorme wilskracht steeds weer de strijd met de rivier aangingen en terugvochten met alle middelen wat ze als gemeenschap konden opbrengen. Hierin hadden ze overigens geen keuze, ze moesten wel. Verloor men alle land en huizen, dan hadden ze helemaal niets meer. Er was geen verzekering of overheid die hun compenseerde. Het was een strijd om alles of niets waarvoor men geheel op elkaar aangewezen was. De eeuwige strijd, tot op de dag van vandaag, heeft de mensen in Meers ook tot een hechte gemeenschap gevormd. Hiervoor kan men alleen maar respect opbrengen.

Foto: De overstroming van 1926. Een van de vele pogingen van de Maas om Meers van de kaart te vegen. (Foto uit de collectie van Streekmuseum Elsloo)

In dit licht kan men zich afvragen hoe men er in hemelsnaam ooit toe gekomen is net op deze gevaarlijke plaats een dorp te bouwen. Heeft Meers zich door de ligging op zo’n gevaarlijke plaats de moeilijkheden met de rivier niet zelf gezocht ? Het antwoord is nee. Meers heeft niet de Maas gezocht maar de Maas Meers. Niet in een keer maar in etappes. Om dit beeld duidelijk te maken moeten zullen we proberen om de situatie voor de grote afspoelingen (na 1450) te reconstrueren. Dus de periode voordat het domino effect optrad welk we eerder bij de behandeling van de Maas als totaal hebben beschreven.

Afbeelding: De Maas bij Meers rond het jaar 1500 (zwart) met de ligging van de kernen (deels In de huidige Maas). In rood de latere Koele, mogelijk een oude Maasarm. In blauw de huidige Maas. Tot 1500 kon men nog de rivier beheersen met lage dijken en het aanbrengen van beschoeiingen in de bochten.

Het oudste Meers
Hoewel we steeds gesproken hebben van twee kernen binnen Meers, Groot en Kleine Meers, kan de zaak toch nog anders gelegen hebben. Dat er steeds twee kernen hebben bestaan herleiden we af van de situatie die we kennen van kaarten na 1600 en de verdeling van Meers in een Elsloos en Steinder deel. Hoewel de informatie sporadisch is, beschikken we toch over aanwijzingen dat de beide kernen ooit een geheel zijn geweest of minstens elkaar zeer dicht genaderd hebben.

Foto: De bocht bij Kleine Meers. Hier lag de Lindendries en heeft Stein eeuwenlang gevochten tegen de Maas. Hier moeten we ook de oude kern van het huidige Meers zoeken. Foto: Guus Peters

In de archieven van Elsloo komen verslagen voor die veelal in verband staan met planning van dijken en inschatting van de situatie. Het gaat te ver om alle vermeldingen weer te geven. We beperken ons tot enkele aanhalingen:

1561
“Also die rivier van Maesen van jaer tot jaer meer ende meer affneempt die oever van zelven riviere van Lindendries nederweert, ende gestelt is so desen somer so verre aff te nemen, dat die dycken aen die merssener Hond te lyden sullen hebben en ook een van sommige plaetsen dit jaer noch mochte afgedreven worden, ende wanneer datselves geschiede ware dat dorpken van Cleyn Mersch gescapen gantselyken verdorven te wordene ende van honne velden ende lande weenich profyts te hebbene.”

1727
Ouden van dagen, 6 in getal en inmiddels woonachtig in Stein, leggen een verklaring af over de verwoestingen die de rivier had aangericht.
“dat Cleene Meers voor een groot gedeelte door het veranderen van de cours van de Maese is worden afgespoeld ende aangedreven aan de Heerlykheid van Rekem"
Geboren en getogen in Cleene Meers (nu dus Groot Meers !) waren zij van de situatie ter plaatse goed op de hoogte. Zij getuigden o.a. dat de “regte Dorpstraete” van “Cleene Meers” richting Elsloo zich uitstrekte tot buiten de tegenwoordige dijk.
“ de voersc. huysen waren zich wel vuytstreckende tot over den cours der der tegenwoordighen Mease tot in den Cothemerweerdt"
Aan weerszijden van de straat lagen diverse huizen en hoven . De namen van eenentwintig bewoners worden genoemd. De eerste veertien huizen behoorden tot het grondgebied van Elsloo de overige tot Stein.
“het dorp Cleene Meers soe op Elsloer als deels Steynder jurisdictie was by naer totaelyck door de Maese geruineerd. honderde morgens vaste erven syn affgedreven.”


Eveneens wordt vermeld dat in Groot Meers grote percelen en delen van de dijk, aan het einde van de “Meersener Dorpstraete” nabij de Koeweide door de Maas verzwolgen waren. We sluiten overigens niet uit dat in het oorspronkelijke Meers de huidige Grote Straat vanaf Cafe de villa naar de Maas niet het huidige trace heeft gevolgd maar meer via de huidige dijksteeg afgebogen heeft in de richting van de Lindendries en dat we hierlangs de afgespoelde huizen moeten zoeken. Dit was blijkbaar een rechte weg en heette daarom de “reghte Dorpstraete” , dit ter onderscheiding van de (deze opvolgende) Meersener Dorpstraat, nu de Grote Straat.
Opmerkelijk is dat de 6 zegslieden niet meer in Meers maar in Stein waren gaan wonen. Waarschijnlijk waren ze uit het Steinder deel van de Dorpstraat afkomstig en bedoeld men met Stein het huidige Kleine Meers.
Op een kaart van 1670, ons wel bekend maar niet in ons bezit, staan er ook huizen getekend langs de huidige Kampstraat. Die hebben gelegen tot in de huidige Maas.

Foto: De Kampstraat of Kamistraot in Kleine Meers, ooit een onderdeel van het oude centrum van Meers. Foto: Guus Peters

Meester L. van Mulken (wij zijn hem overigens voor zijn grote rol voor het behoud en openbaar maken van onze archieven en publicaties schatplichtig) schrijft in 1949 een artikel aangaande de vroegere loop van de Maas. Een zeer informatief artikel waar ook wij dankbaar gebruik van hebben gemaakt. Hierin vereenzelvigd hij echter de huidige Kampstraat met de Reghte Dorpstraet van Cleene Meers. Onze mening is echter toch dat huidige Grote Straat en het verlengde tot aan de overkant van de Maas de “reghte of Mersener Dorp-straet” is geweest. De verwarring komt waarschijnlijk voort uit het feit dat huizen langs deze straat zowel op Elsloo’s als Steinders gebied hebben gelegen. Misschien was ook de goede meester de mening toegedaan (net als Pater Munsters) dat Stein hier nooit aan de Maas gegrensd heeft en dat de gezochte Dorpstraet dus alleen in het huidige Kleine Meers gelegen kan hebben. Bij de behandeling van de grenzen maakten wij duidelijk dat de grens hier ooit anders heeft gelopen.

(Uit de collectie van Harie Rouvroye)

Foto: De grote bocht tussen Elsloo en Meers in 1950. In de Kotemerweerd is dan nog duidelijk de Maasverplaatsing te herkennen. Ook ziet men goed hoe dicht de bewoning in dit gebied was en is.

Indien we de beschrijvingen in ogenschouw nemen, dan zou de huidige Grote Straat een verlengde tot in de Kotemerweerd gekend hebben en ook de Kampstraat heeft met huizen tot in de Maas doorgelopen. Als we dan hierbij een verbinding denken tussen de oude Grote straat en de weg over de Lindendries, dan zien we dat de beide kernen zich hier zeer dicht genaderd hebben en hier de gemeenschappelijke kern van de latere gescheiden kernen heeft gelegen. Bedenkt men dat de oude grens Stein tot in dit gebied gereikt heeft, dan verklaard dat ook de ligging van de huizen op zowel Elsloos als Steinder gebied.

Kanttekening
Omdat we het belangrijk vonden om ook het oudste Meers aan te duiden hebben we dit gedaan ondanks de wetenschap hier niet volledig in te kunnen zijn. Men moet deze beschrijvingen dan ook zien als een weergave van de huidige bij ons aanwezige kennis en als uitgangspunt voor verder onderzoek. Het is namelijk mogelijk om dit onderzoekspunt nog verder uit te diepen. Mocht iemand (uit Meers !) zelf dit ter hand willen nemen, dan attenderen om als vertrekpunt te nemen het artikel van meester van Mulken uit 1949 “ Enige gegevens over de vroegere loop van de Maas bij Elsloo en de inventarisnummers 234 en 242 (en andere) uit het archief van Elsloo.

  • Laatste update op .

Deel 2: Meers, de grenzen

Om de grens tussen Klein en Groot Meers duidelijk te maken zullen we eerst verder gaan met de beschrijving van de grens van Elsloo (met Stein) vanaf het punt waar we gestopt waren, de Blauwen Steen bij de Maasband.
De bijfanck uit 1462 overgeschreven in 1570 beschrijft deze letterlijk als volgt:
…ende van den Blauwen Steen recht uut doer Meertens Gheer, ind van Meertensgheer op Swertten Driessch, van Swertten Driessche die ghewaende op tot Hegghen toe, ind van Hegghe(n) die straet halff, all op ghyn Linden die staet halff mijnen heer touwe all tot Gheenn(n) Meerdel touwe.

Bij het lezen van deze oude tekst heeft men al gauw de neiging om hierin de voormalige gemeentegrens tussen Elsloo en Stein te herkennen. Dit is slechts ten dele waar. Eerder zagen we al dat bij de Maasband er in 1836 een grondruil tussen Stein en Elsloo heeft plaatsgevonden. De oude grens komt wel weer overeen met de gemeentegrens wat betreft het verloop over de dijk van Stein (komende vanaf de Maasband) tot aan de Veldschuur en dan met de afbuiging die de huidige (nieuwe en oude) Lindedriesstraat volgde tot aan het doodlopend punt tegen de grote dijk van Meers. Dit gedeelte is in de beschrijving “ind van Meertensgheer op Swertten Driessch, van Swertten Driessche die ghewaende op tot Heghen toe”. Met die “ghewaende” wordt het gebied tussen Kleine Meers en de Koele bedoeld. Met “ Heghen” wordt waarschijnlijk de omgrenzing van het in de Maas verdwenen gedeelte van Kleine Meers bedoeld.

De heggen dient men uit te leggen als de landweer rond het dorp (zie ook de uitleg onder Elsloo). Hier zijn we ook aangekomen bij een ander punt vanaf waar de “bijfanck” niet meer overeenkomt met de latere gemeentegrens. Tussen Kleine Meers en de Scharberg heeft de Maas namelijk de oorspronkelijke grens weggespoeld en heeft er tussen Stein en Elsloo grondruil plaatsgevonden.

Afbeelding: 1969. Het verloop van de gemeentegrens tussen Elsloo en Stein in Meers.

Grondruil
Een van de onderdelen van de grondruil tussen Stein en Elsloo op 23 oktober 1836 was het voor Elsloo verkrijgen van een strook grond langs de Maas waarover zij het beheer had. dit om een verbinding over eigen terrein met Meers te krijgen. Dit hing natuurlijk samen met de oorzaak van de eerdere afscheiding van Meers, de slechte verbinding tussen Groot Meers en Elsloo en het feit dat Meers in februari 1836 weer terug bij Elsloo kwam. Pater Munsters beschreef ooit een oude kaart van Stein. In het artikel merkte hij op dat een op de kaart afgebeelde strijd tussen Stein en Rekem niet op Steins grondgebied had plaatsgevonden, want Stein zou hier nooit aan de Maas gegrensd hebben. Met alle respect voor het werk van Pater Munsters maar dit klopt niet. Stein heeft hier voor 1836 wel degelijk aan de Maas gegrensd.

Afbeelding: De beroemde “veldslag” in 1723.
De schutterij van Stein (12) wil verhinderen dat Rekem de Maas verder beschoeid waardoor aan de kant van Stein en Elsloo de oever verder afspoelt. Rekem antwoord met het opstellen van een heus mini leger inclusief kanonnen. In rood de huidige oever van de Maas

Afbeelding: Op de kaart van de grondruil wordt het gedeelte langs de Maas met E aangeduid. Volgens deze kaart strekte dit zich uit tot onder Groot Meers.
Hoewel de zuidoever van de Maas door Elsloo en Stein betwist is, vermoeden we toch dat het laatste deel van de strook nooit van Stein is geweest. Zou dit wel het geval zijn geweest dan zou Groot Meers nooit aan Elsloo gegrensd hebben, iets wat we onwaarschijnlijk achten. Of Meers moet ooit heel anders gelegen hebben…….Hier komen we later nog op terug.

Afbeelding: De grondruil langs de Maas leverde een aparte kadastersectie op. In geel de Steinderdijk (daar loopt nu de weg naar Meers over). In rood de Meerserdijk. In blauw de Kampstraat. Steinse gebieden langs de Maas in de richting van Groot Meers (waar de schutterij in 1723 was opgesteld) zijn hier niet op ingetekend, deze waren toen al nagenoeg afgespoeld.

  

Tot de samenvoeging van de Gemeenten Elsloo en Stein zal de grens niet meer veranderen en beschikte Elsloo weer over een, zij het smalle, verbinding met Groot Meers over eigen gebied.
Het beschreven grensgedeelte is dus niet de grens van de Bijfanck want zoals we zagen beschreef deze de grens vanaf Steinder Meers als volgt: “ ind van Hegghe(n) die straet halff, all op ghyn Linden die staet halff mijnen heer touwe all tot Gheen(n) Meerdel touwe”.

Tussen Steinder Meers en de Scharberg liep een kaarsrechte weg over een terrein dat "de Lindedries" heette. Over deze weg liep de grens tussen Stein en Elsloo. Waar deze weg bij de helling van Scharberg kwam (ca 100 meter ten zuiden van de autowegbrug) ging de weg (en de grens) in een slingerbeweging omhoog en sloot daar aan op de Schaarstraat (eveneens de grens) en op de verbindingsweg naar Elsloo over de Scharberg. Onderaan de voet van de helling ontsprong een krachtige bron die een beek vormde. Op deze beek lag de Scharmolen en aan de Maas de aanlegplaats voor het marktschip van Elsloo dat vrijdags naar de markt in Maastricht voer. Dit alles is in de opschuivende Maas verdwenen en moet men nu zoeken aan de overzijde van de rivier. In een eerder stadium (voor 1450) zal de weg over de Lindendries hier misschien rechtdoor hebben gelopen om via de oorspronkelijke Jodenstraat het oudste Elsloo te bereiken, dat toen reikte tot aan de Scharstraat (zie ook de beschrijving van Elsloo). Het kan ook zijn dat de weg over de Lindendries is aangelegd als alternatief voor verbindingen die verdwenen in een eerder stadium van de Maasverplaatsingen.

Foto: De Kotemerweerd. Waar nu de Maas stroomt lag eens het oudste Elsloo inclusief watermolen en aanlegplaats en liepen er de verbindingen met het toen nog naburige Meers. Foto: Guus Peters

Afbeelding: Tranchotkaart 1803 met oude grens in Maas getekend (door ons met rood verduidelijkt)

De Tranchotkaart laat nog een glimp van de oudste situatie zien. In de Maas heeft men nog de oude grens ingetekend zijnde de Lindendriesstraat. Richting Meers sluit zij ook zij aan op een lijn (een oude weg of voetpad ?) misschien een restant van de heggen van het afgespoelde gedeelte van Kleine Meers.

De Kampstraat (Kamistraot zeggen ze in Meers) sloot aan op de weg over de Lindendries hierlangs lagen tot in de 17e eeuw diverse huizen. Dit was de oude kern van het huidige Kleine Meers. Op de Tranchotkaart komt ook de kwetsbaarheid van Stein goed tot uitdrukking. Niet voor niets spendeerden de Heren van Stein grote sommen geld aan de aanleg van dijken en batten (beschoeiingen) onder aan de Scharberg, met toestemming, zelfs op Elsloos terrein.Stein had hier zelfs een wachthuis aan de Maas, mogelijk voor dijkbewaking.

Zeker nadat Rekem een dijk aangelegd had door de Kotemerweerd, werd de toestand precair. De Maas werd hier door een flessenhals geduwd. Een dijkdoorbraak zou desastreus voor Stein en Kleine Meers zijn geweest. Nu vertekent de kanaaldijk de situatie en kan men zich hier geen gevaar van een doorbraak voorstellen; toch is dit gevaar hier wel degelijk aanwezig geweest.

  • Laatste update op .

Deel 1: Meers, inleiding

Inleiding
Op de eerste plaats een woord van dank aan Carry Zijlstra voor haar bijdrage in de geschiedschrijving over Meers waarvan gedeelten in de navolgende teksten zijn opgenomen.
Een probleem voor het beschrijven van de historie van Meers en omgeving is de eeuwenlange invloed van de Maas op de ontwikkeling van dit dorp. De wisselende loop van de Maas was en is nog steeds een onderwerp van studie. Door het ontbreken van voldoende informatie zal wellicht een volledig beeld nooit tot stand kunnen komen. Ook voor Meers kunnen we niet volledig zijn.

Ook spreken we onze waardering uit voor het werk van Nic van de Wal uit Kleine Meers (Zwarte Laakstraat). Hij heeft met grote nauwkeurigheid (zelfs namen die wij alleen uit de archieven kennen ontbreken niet !) een tweetal kaarten vervaardigd en daarop alle veldnamen de namen van de (inmiddels vervallen) wegen en voetpaden in Meers ingetekend. Zijn kaarten heeft hij ons ter beschikking gesteld. Ze vormen een waardevolle aanvulling op onze kennis. Hiervoor dank.

Ouderdom
Hoe oud Meers is, is moeilijk te zeggen. Voorzover ons bekend, zijn er geen bewoningsporen in het gebied gevonden die een hoge ouderdom kunnen aantonen. Hierbij aangetekend dat de oudste bewoonde plaats van Meers door de Maas kan zijn afgespoeld. Desondanks zou men zich niet moeten verbazen als men rond Meers verspreide archeologische vondsten zou doen. Deze hoeven dan echter geen relatie met Meers te hebben maar kunnen afkomstig zijn van de afgespoelde Scharberg dus het oudste Elsloo. Rond 1100 schijnt het dorp overigens voor het eerst in de officiële stukken vermeld te worden. Voor de overlevering die beschrijft dat Meers ontstaan is uit 3 hoeves kunnen wij geen enkel aanknopingspunt vinden.

Afbeelding: Meers 1935. Duidelijk is te zien dat Meers in oorsprong uit twee aparte kernen bestond, van elkaar gescheiden door “de Koele”.

De naam
Meers, mersch, marsch betekend letterlijk: land aan water, door water omgeven weiland, beemd of moeras. Het water hoefde toen niet de Maas te zijn. Toen de Maas westelijker liep, moet het water uit hellingen van Elsloo en de Scharberg maar ook uit Stein toch zijn weg hebben gevonden naar de rivier. Dat kan heel goed via het huidige Meers zijn gegaan.

Kijkt men alleen naar de naam dan zou dit kunnen teruggaan op een vroege vestiging van de Franken (waternaam). Men moet in dit verband niet uit het oog verliezen dat er op de Bongerd nabij het kasteel van Stein (en dus niet ver van Meers) een grote Frankische begraafplaats is gevonden.

Ook kan het gebied al lang de naam Meers gehad hebben voordat er ook maar een huis stond. Volgens ons gaat het terug op een gebied dat na ontbossing eerst een weidegebied is geweest. Dit in de tijd van voor het jaar 1000 toen de veeteelt belangrijker was dan de landbouw. De stichting van het dorp zelf plaatsen wij in de 11e eeuw, uitgaande van een ontwikkeling in die periode waarbij veel weidegebied tot akkerland werd omgevormd en nieuwe dorpen werden gesticht.

Twee keer Meers
Er ontstonden eigenlijk twee dorpen het huidige Kleine en Grote Meers. Beide waren eerst gescheiden door een Maasarm, de latere “ Koele”. (Het huidige Grote Meers kan in oorsprong een van de vele eilanden in dit gebied zijn geweest omsloten door twee Maasarmen.) Wat de zaken m.b.t. de naamgeving er niet echt duidelijker op maakt is dat het huidige Grote Meers in de archieven “Cleene Meers” wordt genoemd en het huidige Kleine Meers “Steinder Meers”. De wisseling van namen roept vraagtekens op en zorgt voor verwarring. Duidt de naam “Cleene Meers” op een jongere stichting dan Steinder Meers ? Een nederzetting met een dergelijk voorvoegsel kan verwijzen naar het ontstaan vanuit een grotere plaats met dezelfde naam. Zou dat hier ook het geval zijn, dan kan Cleen (dus Groot) Meers voortgekomen uit Steinder Meers (nu dus Klein Meers). De wisseling kan te maken hebben met het feit dat het huidige Kleine Meers pas later door afspoeling klein is geworden t.o.v. het huidige Groot Meers (ook het huidige Kleine Meers heeft ooit tot aan de overkant van de huidige Maas gereikt).

Foto: Guus Peters

Gen Einj
Om de zaken nog wat ingewikkelder te maken noemt de volksmond Kleine Meers “Gen Einj” , het Einde dus. De vraag is nu of men hiermee bedoeld het einde van Groot Meers of van het Steinder Meers waarvan een stuk verdwenen is ?

Gescheiden stichting
De stichting van de twee kernen kunnen ook helemaal niets met elkaar van doen te hebben. Die kan gescheiden hebben plaatsgevonden. Groot Meers vanuit Elsloo, Klein Meers vanuit Stein. Klein Meers heeft altijd tot Stein behoord. Groot Meers viel onder Elsloo. Die van Groot Meers gingen in Elsloo naar kerk en school die van Klein Meers in Stein. Maar ook dit klopt weer niet helemaal want de grens liep ook midden over de huidige Lindedriesstraat waardoor de huizen van Klein Meers ten westen van deze straat tot Elsloo behoorden.

Foto: Kleine Meers is nu door het Julianakanaal van het kasteel van Stein en het Keerend gescheiden. Foto: Guus Peters

Er bestond dus zowel eenheid als scheiding tussen Groot en Klein Meers. Onder de noemer Meers vielen weliswaar beide kernen maar er bestond ook een bestuurlijke en kerkelijke scheiding. Hoe deze scheiding zich in het verenigingsleven en later in de gemeenschappelijk kerk en school doorwerkte is ons niet bekend. Hoe was dat met subsidies en onderhoudsplichten geregeld ? Waren er twee kampen in het dorp ? Vragen die misschien “eine van Maes” moet beantwoorden en beschrijven. “Veer, de schrievers, sin neet van Maes” en daar zijn we ons ook zeer van bewust. Daar mag geen misverstand over bestaan !

Foto: Guus Peters

Dat Groot Meers bij Elsloo hoorde is op zich niet zo verwonderlijk. Ook van Groot Meers hebben de huizen tot aan de overzijde van de huidige Maas gelegen. De Maas of een Maasarm, stroomde toen westwaarts in de Kotemerweerd, hier lagen de landerijen van Groot Meers en het gebied behoorde tot Elsloo. Bedenkt men daarbij dat het oude Elsloo reikte tot aan de huidige autowegbrug (hoog boven de huidige Maas), dan is de afstand veel minder groot dan men nu zou denken. Voor Klein Meers geld hetzelfde, hiervoor moet men het Julianakanaal wegdenken. Dan ziet men dat het kasteel van Stein heel dicht bij Klein Meers ligt.

Meestal ontstonden dorpjes, als Meers, bij water of nabij doorgaande wegen. In het geval van Meers zijn deze wegen niet (meer) te herkennen. Maar er niet perse een verband bestaat met wegen te hebben bestaan en werden de kernen als ontginningsnederzettingen aan het water op de grens tussen een uitstekend akker- en een weidegebied. Een gebied wat als geheel al de naam Meers (of een verwante naam) droeg waardoor de verwantschap in naam van beide kernen afkomstig is.

Meers als bestuurlijk geheel
De verplaatsingen van de Maas hadden tot gevolg dat Groot Meers uiteindelijk vrijwel afgescheiden raakte van Elsloo. Ten tijde van de Franse overheersing werd besloten dit deel van het dorp toe te voegen aan Stein. Groot en Klein Meers vielen toen voor het eerst samen onder een gemeente. De overdracht vond plaats in 1813, bij besluit van de perfect van de Nedermaas op 14 maart van dat jaar. Stein kreeg eveneens de Maasband toebedeeld, die tot dan deels onder Eisden en Leuth resoteerde, alsmede de Weert (Weerd), dat tot Mechelen behoorde. Ook dit was een gevolg van de koerswijzigingen van de Maas, zoals we eerder al beschreven.
De gevolgen hiervan waren ruzie tussen de beide gemeenten. Elsloo wilde een vergoeding van Stein voor de afgenomen gronden. Stein wilde daar wel aan tegen-moet komen, maar Elsloo nam geen genoegen met de aangeboden onontgonnen heidegronden. In 1836 is blijkbaar de zaak opgelost met de eerder aangehaalde grondruil tussen Stein en Elsloo.

Groot Meers terug naar Elsloo
Ook de inwoners van Groot Meers waren ontevreden over Stein. Op 17 januari 1834 schreven zij aan de Belgische Koning (Limburg behoorde van 1830 tot 1839 aan Belgie), een verzoekschrift. Zij geven aan dat zij:
“sinds de toewijzing aan Stein niet hadden opgehouden te petitioneeren en te suppliceeren om te verkrijgen van in vereeniging te komen met de oorspronkelijke moeder (Gemeente Elsloo), met die geene alwaar de accessoren onze voorouders rusten”

Kortom: Men wilde terug naar Elsloo.
De banden met de moedergemeente waren nimmer verbroken. Men onderhield nog talrijke relaties, ging er ter kerke en nooit was gevraagd om vereniging met de parochiekerk van Stein.

Foto: Zicht vanaf de dijk in Meers op de kerk van Elsloo. Foto: Guus Peters

Hoewel de kerk van Elsloo hemelsbreed relatief kort bij Meers ligt, was de weg naar de kerk en school slecht en betekende dagelijks een grote omweg. 
Desondanks bleven de inwoners van Groot Meers met deze kerk en Elsloo verbonden en wilden zij in 1836 terug naar Elsloo.

Bij Belgische wet van 13 juni 1836 werd Groot Meers weer aan Elsloo toegewezen, ondanks het feit dat de beheerders van het kadaster zich daar heftig tegen hadden verzet. Het bleek dat de overdracht in 1813 tegen de grondwet was geweest. Om die reden vond de nieuwe overdracht niet plaats op grond van besluit van een geweste-lijke perfect, maar van een daartoe aangenomen wet.

Groot Meers bleef deel uitmaken van Elsloo tot de herindeling van 1981 daar een eind aan maakte en Elsloo bij Stein werd gevoegd. Niet alleen aan de postcode kan men nu nog zien dat Groot Meers en Elsloo ooit een gemeente vormden maar ook moet men de inwoners van Groot Meers nog steeds in het telefoonboek onder Elsloo zoeken.

Deel 61: Meers.

Inleiding
Op de eerste plaats een woord van dank aan Carry Zijlstra voor haar bijdrage in de geschiedschrijving over Meers waarvan gedeelten in de navolgende teksten zijn opgenomen.

Een probleem voor het beschrijven van de historie van Meers en omgeving is de eeuwenlange invloed van de Maas op de ontwikkeling van dit dorp. De wisselende loop van de Maas was en is nog steeds een onderwerp van studie. Door het ontbreken van voldoende informatie zal wellicht een volledig beeld nooit tot stand kunnen komen. Ook voor Meers kunnen we niet volledig zijn.


Ouderdom
Hoe oud Meers is, is moeilijk te zeggen. Voorzover ons bekend, zijn er geen bewoningsporen in het gebied gevonden die een hoge ouderdom kunnen aantonen. Hierbij aangetekend dat de oudste bewoonde plaats van Meers door de Maas kan zijn afgespoeld. Desondanks zou men zich niet moeten verbazen als men rond Meers verspreide archeologische vondsten zou doen. Deze hoeven dan echter geen relatie met Meers te hebben maar kunnen afkomstig zijn van de afgespoelde Scharberg dus het oudste Elsloo. Rond 1100 schijnt het dorp overigens voor het eerst in de officiële stukken vermeld te worden. Voor de overlevering die beschrijft dat Meers ontstaan is uit 3 hoeves kunnen wij geen enkel aanknopingspunt vinden.

Meers 1935. Duidelijk is te zien dat Meers in oorsprong uit twee aparte kernen bestond, van elkaar gescheiden door “de Koele”.


De naam
Meers, mersch, marsch betekend letterlijk: land aan water, door water omgeven weiland, beemd of moeras. Het water hoefde toen niet de Maas te zijn. Toen de Maas westelijker liep, moet het water uit hellingen van Elsloo en de Scharberg maar ook uit Stein toch zijn weg hebben gevonden naar de rivier. Dat kan heel goed via het huidige Meers zijn gegaan.

Kijkt men alleen naar de naam dan zou dit kunnen teruggaan op een vroege vestiging van de Franken (waternaam). Men moet in dit verband niet uit het oog verliezen dat er op de Bongerd nabij het kasteel van Stein (en dus niet ver van Meers) een grote Frankische begraafplaats is gevonden.

Ook kan het gebied al lang de naam Meers gehad hebben voordat er ook maar een huis stond. Volgens ons gaat het terug op een gebied dat na ontbossing eerst een weidegebied is geweest. Dit in de tijd van voor het jaar 1000 toen de veeteelt belangrijker was dan de landbouw. De stichting van het dorp zelf plaatsen wij in de 11e eeuw, uitgaande van een ontwikkeling in die periode waarbij veel weidegebied tot akkerland werd omgevormd en nieuwe dorpen werden gesticht.


Twee keer Meers
Er ontstonden eigenlijk twee dorpen het huidige Kleine en Grote Meers. Beide waren eerst gescheiden door een Maasarm, de latere “ Koele”. (Het huidige Grote Meers kan in oorsprong een van de vele eilanden in dit gebied zijn geweest omsloten door twee Maasarmen.) Wat de zaken m.b.t. de naamgeving er niet echt duidelijker op maakt is dat het huidige Grote Meers in de archieven “Cleene Meers” wordt genoemd en het huidige Kleine Meers “Steinder Meers”. De wisseling van namen roept vraagtekens op en zorgt voor verwarring. Duidt de naam “Cleene Meers” op een jongere stichting dan Steinder Meers ? Een nederzetting met een dergelijk voorvoegsel kan verwijzen naar het ontstaan vanuit een grotere plaats met dezelfde naam. Zou dat hier ook het geval zijn, dan kan Cleen (dus Groot) Meers voortgekomen uit Steinder Meers (nu dus Klein Meers). De wisseling kan te maken hebben met het feit dat het huidige Kleine Meers pas later door afspoeling klein is geworden t.o.v. het huidige Groot Meers (ook het huidige Kleine Meers heeft ooit tot aan de overkant van de huidige Maas gereikt).


Gen Einj
Om de zaken nog wat ingewikkelder te maken noemt de volksmond Kleine Meers “Gen Einj” , het Einde dus. De vraag is nu of men hiermee bedoeld het einde van Groot Meers of van het Steinder Meers waarvan een stuk verdwenen is ?

Gescheiden stichting
De stichting van de twee kernen kunnen ook helemaal niets met elkaar van doen te hebben. Die kan gescheiden hebben plaatsgevonden. Groot Meers vanuit Elsloo, Klein Meers vanuit Stein. Klein Meers heeft altijd tot Stein behoord. Groot Meers viel onder Elsloo. Die van Groot Meers gingen in Elsloo naar kerk en school die van Klein Meers in Stein. Maar ook dit klopt weer niet helemaal want de grens liep ook midden over de huidige Lindedriesstraat waardoor de huizen van Klein Meers ten westen van deze straat tot Elsloo behoorden.

Kleine Meers is nu door het Julianakanaal van het kasteel van Stein en het Keerend gescheiden.


Er bestond dus zowel eenheid als scheiding tussen Groot en Klein Meers. Onder de noemer Meers vielen weliswaar beide kernen maar er bestond ook een bestuurlijke en kerkelijke scheiding. Hoe deze scheiding zich in het verenigingsleven en later in de gemeenschappelijk kerk en school doorwerkte is ons niet bekend. Hoe was dat met subsidies en onderhoudsplichten geregeld ? Waren er twee kampen in het dorp ? Vragen die misschien “eine van Maes” moet beantwoorden en beschrijven. “Veer, de schrievers, sin neet van Maes” en daar zijn we ons ook zeer van bewust. Daar mag geen misverstand over bestaan !

 


Dat Groot Meers bij Elsloo hoorde is op zicht niet zo verwonderlijk. Ook van Groot Meers hebben de huizen tot aan de overzijde van de huidige Maas gelegen. De Maas of een Maasarm, stroomde toen westwaarts in de Kotemerweerd, hier lagen de landerijen van Groot Meers en het gebied behoorde tot Elsloo. Bedenkt men daarbij dat het oude Elsloo reikte tot aan de huidige autowegbrug (hoog boven de huidige Maas), dan is de afstand veel minder groot dan men nu zou denken. Voor Klein Meers geld hetzelfde, hiervoor moet men het Julianakanaal wegdenken. Dan ziet men dat het kasteel van Stein heel dicht bij Klein Meers ligt.

Meestal ontstonden dorpjes, als Meers, bij water of nabij doorgaande wegen. In het geval van Meers zijn deze wegen niet (meer) te herkennen. Maar er niet perse een verband bestaat met wegen te hebben bestaan en werden de kernen als ontginningsnederzettingen aan het water op de grens tussen een uitstekend akker- en een weidegebied. Een gebied wat als geheel al de naam Meers (of een verwante naam) droeg waardoor de verwantschap in naam van beide kernen afkomstig is.

Meers als bestuurlijk geheel
De verplaatsingen van de Maas hadden tot gevolg dat Groot Meers uiteindelijk vrijwel afgescheiden raakte van Elsloo. Ten tijde van de Franse overheersing werd besloten dit deel van het dorp toe te voegen aan Stein. Groot en Klein Meers vielen toen voor het eerst samen onder een gemeente. De overdracht vond plaats in 1813, bij besluit van de perfect van de Nedermaas op 14 maart van dat jaar. Stein kreeg eveneens de Maasband toebedeeld, die tot dan deels onder Eisden en Leuth resoteerde, alsmede de Weert (Weerd), dat tot Mechelen behoorde. Ook dit was een gevolg van de koerswijzigingen van de Maas, zoals we eerder al beschreven.
De gevolgen hiervan waren ruzie tussen de beide gemeenten. Elsloo wilde een vergoeding van Stein voor de afgenomen gronden. Stein wilde daar wel aan tegen-moet komen, maar Elsloo nam geen genoegen met de aangeboden onontgonnen heidegronden. In 1836 is blijkbaar de zaak opgelost met de eerder aangehaalde grondruil tussen Stein en Elsloo.


Groot Meers terug naar Elsloo
Ook de inwoners van Groot Meers waren ontevreden over Stein. Op 17 januari 1834 schreven zij aan de Belgische Koning (Limburg behoorde van 1830 tot 1839 aan Belgie), een verzoekschrift. Zij geven aan dat zij:

“sinds de toewijzing aan Stein niet hadden opgehouden te petitioneeren en te suppliceeren om te verkrijgen van in vereeniging te komen met de oorspronkelijke moeder (Gemeente Elsloo), met die geene alwaar de accessoren onze voorouders rusten”

Kortom: Men wilde terug naar Elsloo.
De banden met de moedergemeente waren nimmer verbroken. Men onderhield nog talrijke relaties, ging er ter kerke en nooit was gevraagd om vereniging met de parochiekerk van Stein.

Zicht vanaf de dijk in Meers op de kerk van Elsloo. Hoewel de kerk van Elsloo hemelsbreed relatief kort bij Meers ligt, was de weg naar de kerk en school slecht en betekende dagelijks een grote omweg. Desondanks bleven de inwoners van Groot Meers met deze kerk en Elsloo verbonden en wilden zij in 1836 terug naar Elsloo.

Bij Belgische wet van 13 juni 1836 werd Groot Meers weer aan Elsloo toegewezen, ondanks het feit dat de beheerders van het kadaster zich daar heftig tegen hadden verzet. Het bleek dat de overdracht in 1813 tegen de grondwet was geweest. Om die reden vond de nieuwe overdracht niet plaats op grond van besluit van een geweste-lijke perfect, maar van een daartoe aangenomen wet.

Groot Meers bleef deel uitmaken van Elsloo tot de herindeling van 1981 daar een eind aan maakte en Elsloo bij Stein werd gevoegd. Niet alleen aan de postcode kan men nu nog zien dat Groot Meers en Elsloo ooit een gemeente vormden maar ook moet men de inwoners van Groot Meers nog steeds in het telefoonboek onder Elsloo zoeken.
  • Laatste update op .

Aan ´t Heilig Hart van Aelse

  • Afbeeldingen | Bronnen ©: Historiehuis van de Maasvallei

De geschiedenis van een markant punt

Door: Louis Schreurs, Harry Rouvroye en Guus Peters

Achtergrond van de Heilig Hart verering
De verering vindt haar oorsprong in het Nieuwe Testament. Johannes vertelt over Jezus als hij, aan het kruis genageld, met een lans doorboord wordt. Het doorboorde Heilig Hart, overpeinzingen en gebeden daarvoor zorgden bij veel gelovigen voor een mystieke ervaring. Deze ervaringen zouden in de late Middeleeuwen een hoogtepunt bereiken om daarna vanaf de zeventiende eeuw langzaam tot een massale verering uit te groeien. In het opkomende verstandelijke denken van de 17e eeuw is de verering van het Heilig Hart bovendien ook een antwoord, waarin genegenheid en emotie aandacht krijgen. Om die reden hebben de Jezuieten de verering gezien als een bruikbaar middel in de contrareformatie, de hervormingsbeweging binnen de Katholieke Kerk.

Met name in het 18e eeuwse Frankrijk was de verering zeer verbreid. In de loop van de 19e eeuw werd de verering ook duidelijker zichtbaar in andere landen. In Nederland werd het eveneens een symbool van de zich emanciperende katholieken. Aan het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw kreeg de Heilig Hart-verering nieuwe impulsen. De opkomende industrialisering zorgde voor het ontstaan van een arbeidersklasse binnen de katholieke plattelandsbevolking. De democratie met algemeen kiesrecht deed zijn intrede. Overheid en samenleving waren niet langer onlosmakelijk aan de Katholieke Kerk verbonden. Vakbonden werden opgericht, onderwijs en sociale kwesties werden steeds belangrijker.

Met de ontwikkeling van de katholieke sociale leer, waarin de Kerk haar visie op economie, armoede en rijkdom vastlegde, trad een nieuwe generatie priesters naar buiten. Zij vonden dat met de Heilig Hart-verering de naastenliefde gestimuleerd kon worden; geloofsovertuiging gekoppeld aan menselijke waardigheid, solidariteit en liefdadigheid. Zodoende werden bijvoorbeeld in het begin van de 20e eeuw in de Nederlandse provincie Limburg meer dan honderd Heilig-Hart-beelden op pleinen en straten in woonwijken geplaatst en tientallen parochie-broederschappen gesticht met het doel de Heilig Hart-verering aan te moedigen. Dit als religieus teken van hulp en houvast in een onzekere, snel veranderende samenleving. Ook in Elsloo vond men dat er een beeld moest komen.

Elsloo was in 20 en 30-er jaren van de vorige eeuw heftig in beroering. In 1926 was de Staatsmijn Maurits geopend, wat een heroriëntatie van de beroepsbevolking opleverde: minder landbouwers en ambachtlieden, meer (fabrieks) arbeiders. Tevens werd als gevolg van de aanleg van het Juliankanaal (tussen 1925 en 1935) het oude dorp voor de helft afgebroken. Aan de Koolweg, Stationssstraat, (oude) Jurgensstraat, Julianastraat, Schoolstraat en Heirstraat werden in snel tempo nieuwe huizen gebouwd. De gedeeltelijke afbraak van het oude dorp had ook tot gevolg dat het oude dorpscentrum rond de Maasberg, aan de buitenkant van het dorp kwam te liggen. Ook diende de school en het gemeentehuis geherhuisvest te worden omdat ook die gebouwen gesloopt werden.

Het nieuwe centrum met winkels ontstond rondom het aloude kruispunt waar de Schoolstraat, Raadhuisstraat, Heirstraat en Stationsstraat bij elkaar komen. Dat werd vanaf toen een druk verkeerspunt. Iets verder, bij de Punt aan de Kaakstraat was toen nog een drukke spoorwegovergang naar Catsop waar alle verkeer vanuit Elsloo naar Catsop en (boven) Geulle gebruik van maakte. De school kwam op een braakliggend “brikkewerk” en het gemeentehuis in een vrijgekomen villa aan de Raadhuisstraat. 

Elsloo oude openbare school

De oude openbare school met gemeentehuis(je) naast de St Augustinuskerk

In 1929 werd de openbare school, gelegen Op de Berg naast de St Augustinuskerk inclusief speelplaats onteigend ten behoeve van de aanleg van het Julianakanaal. Het Rijk betaalde hiervoor 40.150 gulden (18.250 euro) Daardoor moest er dus ook een nieuwe school komen. Deze zou in het nieuwe centrum van Elsloo op een terrein gelegen tussen de het Visscherspoelvoetpad (nu de Jurgensstraat), de Stationsstraat en de Driekuilenweg (nu Schoolstraat).

De architect voor de nieuw te bouwen school was architect Dings uit Beek. De aanbesteding van de nieuwbouw was op 24 augustus 1929. De laagste Inschrijvers waren Louis en Peter Schreurs, aannemers uit Elsloo. De aanneemsom bedroeg 65.670 gulden (net geen 30.000 euro). De nieuwe school werd in september 1930 in gebruik genomen. Ter afronding van de schoolbouw zou er een monument komen ter ere van het Heilig Hart.

Elsloo HeiligHart Augustinusschool 2

Foto boven: De pas gebouwde “St Augustinusschwal” met Heilig Hart beeld in volle glorie. (30-er jaren van de vorige eeuw).Het was een prachtig geheel, dat door een politieke miskleun begin jaren 80 voor altijd is weggevaagd. Het ronde gebouwtje links is een transformatorhuisje. Hier konden de kinderen eindeloos omheen rennen. Later is het daar nog bestaande huisje aan het begin van de Stationsstraat voor in de plaats gekomen. Deze school was toen hypermodern met centrale verwarming ! Met de kruiwagen is Bella Martens met enkele van haar kinderen; de vrouw in de zwarte jas is Marieke Pijpers.

Het Heilig Hart beeld werd door de bevolking van Elsloo met dubbeltjes en centen bij elkaar “gezeumerd”. Men plaatste bij de ingang van de kerk een offerblok, waarin de kerkbezoekers hun financiële bijdragen konden deponeren voor het nieuwe beeld. Er werd een prijsvraag uitgeschreven voor het ontwerp van het beeld. De indieners van een ontwerp waren Lucker uit Roermond, Ramakers uit Geleen, Architect Dings uit Beek en Aug. Hermans uit Den Haag, wiens ontwerp werd uitgekozen en die het beeld ook mocht gaan maken. De kostprijs bedroeg 3.000 gulden (1360 euro) De offerblok had 1500 gulden opgebracht en men kwam dus de helft tekort. Maar er kwam een milde gever die onbekend wenste te blijven en die schonk 1.500 gulden. Naderhand is gebleken dat dit Jan Jacob Hendrik Lenssen (Sjengske van Lensse) en zijn echtgenote Catharina Hubertina Bovens waren. Sjengske was kerkmeester en zeer gelovig. 

Elsloo HeiligHart 1930

 

Elsloo HeiligHart 1930 processie jongens1

De jongensschool met meister Nic.(Nikkela) Janssen

Elsloo HeiligHart 1930 processie jongens2

Elsloo HeiligHart 1930 processie meisjes1

De meisjesschool en bewaarschool met de zusters

Elsloo HeiligHart 1930 processie meisjes2

Op zondag 26 oktober 1930 werd het monument ingewijd. Een feeststoet gevormd door de inwoners alsmede alle verenigingen met hun vaandels trok naar het Heilig Hart. Het beeld was gehuld in een krans van witte crysanten. Burgemeester Eussen verrichte de onthulling en hield een korte toespraak. Na het gezang en de muziek hield rector Adriaansche van het Missiehuis te Stein de feestpreek. Dat de rector van het missiehuis bij de inwijding betrokken was, is niet vreemd. De orde van de paters van Stein was de Missionarissen van het Heilig Hart (latijn: Missionari Sacratissimi Cordis, afgekort M.S.C.) Tenslotte volgde de inwijding en een toespraak door pastoor Biermans. Het geheel werd opgeluisterd door twee fanfares: de Maasgalm uit Elsloo en Sint Jozef uit Meers.

Vanaf toen was het beeld een onderdeel van de ziel van de Aelserse gemeenschap. Niemand ging zonder een kruisje te maken langs het beeld. Bij processies en priesterwijdingen was het beeld uitbundig versierd met een bloemenzee. Met op de achtergrond de nieuwe school was het een mooi centraal punt in het dorp. Tot een politieke miskleun begin jaren 80 hier een einde aan maakte....

Elsloo HeiligHart rustaltaar 1946

Foto's: rustaltaar bij het Heilig Hart tijdens de priesterwijding van Pierre Peters uit de Jurgensstraat op 28 juli 1946

Elsloo HeiligHart 1946 1

Elsloo HeiligHart 1946 2

Foto: Familie Peters-Claessen, fanfare en dorpsgenoten voor het huis Paulissen.


Een oude vijfsprong
Na het beschrijven van de achtergrond van het Heilig Hart beeld willen we de achtergronden van het punt waar het beeld staat nader toelichten. Het kruispunt dat gevormd wordt door de Raadhuisstraat, Schoolstraat, Heirstraat en Stationsstraat is nu een belangrijk kruispunt maar dat was het ook al in het oude Elsloo.
Alleen hadden de straten toen andere namen namelijk “’t Sträötje” (Raadhuisstraat) , “Drie Koulenweg” (Schoolstraat), “Perhingestraat” (Heirstraat) en “Elserveeweg” (Stationsstraat). De (nu verdwenen) Mergelakkerweg maakte er zelfs een vijfsprong van.

Elsloo kruispunt HeiligHart 1842

Afbeelding: Het kruispunt in 1847. De enige bebouwing is dan de (nu verdwenen) Mariakapel op de hoek Stationstraat en de (eveneens verdwenen) Mergelakkerweg. De zuid-noord lopende wegen (Heirstraat en Schoolstraat) waren ooit onderdeel van de Gemeyn Heerstraat tussen Maastricht en Roermond.

Aan de Linde
De oudste naam voor de kruising is “Aen de Linde”, bij “de Linde aan de Veestraat”. Later werd de Veestraat (de veedrift naar de Graetheide) hernoemd in Stationssstraat. Ooit vergaderden de Germanen al onder een linde. Later vergaderden de inwoners van Elsloo over belangrijke kwesties met de schepenen (nu gemeenteraad), dit waren “genaghtingen”. Voor deze plaats komen we ook wel eens de naam “Parlementen” tegen. "Parlementen" betekent "debatteren" dat ook weer verwijst naar het vergaderen ter plaatse.
De linde stond op de hoek van de Stationsstraat met de Heirstraat. In de middeleeuwen lag op de plaats van het kruispunt ook een valderen, een doorgang in de landweer rond het dorp. Het was eigenlijk het eindpunt van het dorp, de velden reikten vanaf hier tot aan de landweer rond de Graetheide. Deze laatste liep midden door het huidige Elsloo. Tussen het de vijfsprong en het huidige Dorine Verschureplein (waar destijds een drinkpoel lag en dat het vertrekpunt was voor het hoeden van het vee op de heide) liep een veedrift in de vorm van een lange, deels diepe holle weg. Dat is de huidige Stationsstraat. Halverwege, ter hoogte van de huidige Past Thissenstraat, kruiste een afwatering vanuit het Seeckedaal in Catsop via de Visscherpool (Jurgensstraat) naar de Drie Kuilen. Dit was de “vlootgraaf”. Vandaar de naam van het verbindingsstraatje “Vloedgraaf”.

Elsloo kruispunt HeiligHart 1817

Afbeelding boven: Op de kadasterkaart van 1817 staat de dorpslinde (tilleul in het Frans) ingetekend. Hij stond op de hoek Schoolstraat/Raadhuisstraat. Goed is te zien dat de omgeving bestond uit hoger gelegen taluds die begroeid waren. De wegen naar het kruispunt waren diepe holle wegen. Het kruispunt zelf fungeerde min of meer als dorpsplein.

Elsloo kruispunt HeiligHart 1925

Afbeelding boven: Op deze kaart uit 1925 ziet men dat de wegen naar het kruispunt “Aan ’t Heilig Hart” holle wegen waren. Langs de Schoolstraat, Jurgensstraat, (Visserspoelweg) liggen nog geen huizen, langs de Heirstraat (Peerlinkesträötje) een rnkrlr woning en langs de Stationsstraat (Staasjewaeg) enkele huizen.

Elsloo HeiligHart Mariakapel detail

Mariakapel, detail van de foto hieronder

Elsloo HeiligHart Mariakapel

Foto boven : Prachtige foto uit ca 1950 van de Mariakapel met achterliggende bebouwing. Men ziet goed aan de hoge “Graven” dat de Stationsstraat in oorsprong een holle weg is geweest. Rechts van de kapel begint de weg naar het Mergelakker. 

De linde stond niet alleen op het kruispunt, al in 1500 stond hier een “Marienhuysken”, een aan Maria gewijde kapel. Maria kapellen treft men veel aan op kruispunten (met een doorgaande weg) waar de velden begonnen, Maria was tenslotte de beschermheilige bij uitstek voor oogst en vruchtbaarheid. Deze kapellen werden bij de bekering tot het christendom gebouwd op plaatsen waar al bomen stonden met een andere verering.

Tot de bouw van het huidige appartementencomplex heeft hier het kapelletje gestaan. Achter de kapel stond een oude boom. Of dit een linde en speciaal de dorpslinde is geweest, is ons niet bekend. Verder stond hier ook nog een veldkruis (foto hieronder). En om de inventarisatie heel compleet te maken, stond hier tot de jaren 70 van de vorige eeuw een wegwijzer van de ANWB. Tussen de Stationsstraat en de weg naar het Mergelakker stonden twee huizen.

Marie Peters-Wijnen vertelde ons dat het niet de bedoeling was dat het kapelletje zou verdwijnen. Bij de ontruiming van het terrein werd het kapelletje “per ongeluk” door een vrachtwagen of een andere machine omgeduwd. Aannemer Visser's Wegenbouw heeft toen 200 gulden aan iemand gegeven voor een kruis. Marie heeft het kapelletje altijd verzorgd en heeft het vuurtje voor het plaatsen van een Kruis bij de gemeente warm gehouden. 
Op dezelfde hoek stond vroeger ook een kruis. Op het einde van de oorlog in 1945 reed een Amerikaanse soldaat er met een truck tegenaan. Het kruis heeft er nog geruime tijd scheef bijgestaan en is tenslotte bij Sjaak Peters opgeslagen. Later is dit kruis door de familie Dols geplaatst op een heuveltje dat lag in de Spoorstraat naast de spoorwegovergang, ter nagedachtenis aan hun vader die in 1942 op deze spoorwegovergang is verongelukt. Toen dit heuveltje ten behoeve van de bouw van een huis werd afgegraven is het kruis verdwenen. Op de hoek Stationsstraat/Heirstraat staat nu een wit grafkruis (afkomstig uit België) ter herinnering aan de Mariakapel

Elsloo HeiligHart Mariakapel veldkruis  

Op de foto: veldkruis bij Mariakapel 

Elsloo HeiligHart Mariakapel lindeboom

Op de foto: Mariakapel met daarachter wellicht een lindeboom, ook gezien het redelijk bescheiden formaat is dit niet de ingetekende lindeboom op de kaart uit 1817 hierboven. Volgens die kaart stond de lindeboom ook aan de overkant van de kapel.

Elsloo HeiligHart appartementen Brikkenwerk

Foto boven: appartementen Aan 't Brikkewerk, met bij de pijl het witte kruis. 

Elsloo HeiligHart Kerckhofsstraat

Foto van de pas aangelegde Mgr Kerckhofstraat. Onder de pijl de achterkant van de huizen Peters/Janssen aan het Heilig Hart. Tot deze huizen behoorde ook een klein bakhuis (bakkes). Gescheiden door de straat is dit blijven staan achter het inmiddels afgebroken voormalig postkantoor; daar waar anno 2020 de moderne witte villa ligt.


Onderstaande foto’s waarop het kruispunt en het Heilig Hart beeld te zien zijn hebben wat betreft de herkomst een verhaal. In 1942 woont op het adres Heirstraat 3 een erg Duitsgezinde familie, de vrouw des huizes was geboortig Duitse. Deze hebben vanuit hun tuin over het brikkewerk heen foto’s gemaakt. Hier kunt u de hele geschiedenis lezen >>

Elsloo kruispunt HeiligHart 1942 1

Elsloo kruispunt HeiligHart 1942 2

Foto's boven: Deze zijn op 31 mei 1942 genomen vlak nadat een Engelse Lancaster is neergestort op de hoek Julianastraat/ Schoolstraat. Het latere cafe Juliana is toen in brand geraakt en het huis Driessen aan de overkant werd zwaar beschadigd. Op de bovenste foto ziet men het brikkewerk met het kruis en bouwmaterialen van de gebroeders Schreurs. Uitvergroot ziet men het huis Driessen waar de gevel van weggeslagen is. Links staat de auto van Duitsers die het wrak kwamen onderzoeken. Er omheen staan tientallen toeschouwers. Gezien de paraplus van de twee dames rechts regende het die dag.

Elsloo kruispunt HeiligHart 1942 3

Foto boven: laat hetzelfde brikkewerk zien, maar nu zijn de stenen opgeruimd en zien we de toegangspoort. De wielerronde van 28 juni 1942 wordt verreden en de renners komen in een wolk van stof de Schoolstraat af en draaien de Raadhuisstraat in. Gezien de steigers, is men inmiddels begonnen met de herbouw van de gevel van huis Driessen. 

  • Laatste update op .